800 keer bekeken
“Ingesleten fouten in het economisch systeem” noemt Partij voor de Dieren in hun verkiezingsprogramma. “Productie en consumptie moeten maar blijven groeien, los van de vraag of mensen daar behoefte aan hebben.” ChristenUnie noemt in hun programma consumptie in één adem met vervuilend gedrag en kapitaal en stelt dat de verdeling evenwichtiger moet worden. Het veranderen van het btw-stelsel dient daarmee het doel om het marktfalen te corrigeren. Marktfalen, verduurzamingen en gezonder leven: het zijn intrinsieke redenen die worden aangedragen om het aanpassen van het btw-tarief te rechtvaardigen.
Inkomsten genereren met btw
Waarom
werd btw überhaupt ingevoerd? Herman Vollebergh van het Planbureau voor de
Leefomgeving (PBL) legt het ons uit: “Als het gaat om btw dan is de primaire
intentie om goederen zo uniform mogelijk te behandelen en daarmee
belastinginkomsten voor de overheid te genereren. En dus niet om secundaire
doelen te dienen.” Die secundaire doelen is nou precies waar het de partijen om
gaat.
PBL onderzocht in 2016 wat de haken en ogen zijn van het hervormen van ons belastingstelsel en rapporteerde hierover in “Belastingverschuiving: meer vergroening en minder complexiteit?” Zij kwam daarbij tot een verrassende conclusie: de btw is niet geschikt voor het nastreven van secundaire doelen, maar de aanpassing van het huidige, niet-uniforme stelsel heeft waarschijnlijk wel een positief effect daarop.
Eerst even een uitleg van de huidige situatie en wat de verschillende partijen beogen te veranderen.
Huidige situatie van het btw-stelsel
Voedsel
valt nu – net als water, boeken, kunstvoorwerpen en geneesmiddelen – in het
lage segment van 6 procent. Producten in het hogere segment worden met 21
procent belast. Het is daarom op dit moment een niet-uniforme situatie. Vollebergh:
“Het idee daarachter was vooral herverdeling. Om voedselproducten voor mensen
met lage inkomens zo toegankelijk mogelijk te maken, werden ze tegemoet gekomen
met een lager tarief.”
Verschuivingen voor een beter milieu
Sommige
politieke partijen willen de onderverdeling tussen het hoge en het lage tarief
verschuiven. Iedereen heeft daar zo een eigen verdeling voor. Partij voor de
Dieren wil graag biologisch groente en fruit vrijstellen van btw. Om milieu-impact
te verminderen wordt vlees aangemerkt als product om te verplaatsen naar het
hoge tarief. “Als we minder vlees gaan eten met z’n allen hier in Nederland dan
kunnen we de klimaatkosten met de helft verminderen”, zegt Marianne Thieme
daarover in een interview op Radio 1.
Weinig concreets
Partij
voor de Dieren is niet de enige die verandering voorstelt ter verbetering. Ook
GroenLinks, 50PLUS, ChristenUnie en VNL stellen wijzigingen voor. In het
verkiezingsprogramma van GroenLinks is terug te lezen: “Door kiloknallers te
verbieden en vlees via een vleestax duurder te maken, en door biologische
landbouw aantrekkelijker te maken, willen we de omslag naar een
verantwoorde voedselvoorziening stimuleren.” Hierbij moet wel worden aangemerkt
dat een vleestaks niet hetzelfde is als een verhoogd btw-tarief, een vleestaks
is een taks die bovenop de prijs inclusief btw wordt gedaan.
50PLUS is minder duidelijk over hun standpunt. Zij pleiten er
in hun partijprogramma voor gezond en duurzaam eten
met een laag tarief te belasten. In hun partijprogramma wordt daarvan echter
een ander voorbeeld gegeven: “Tandpasta heeft nu bijvoorbeeld een hoog tarief,
cola, snoep en koek een laag tarief. Dat moet en kan anders.” Of tandpasta als
een duurzaam product kan worden aangemerkt, is echter de vraag. ChristenUnie
stelt: “Producten en diensten
die een relatief grote ‘ecologische voetafdruk’ hebben worden ondergebracht in
het hoge btw-tarief. Bij toepassing van het lage btw-tarief komt de focus
sowieso meer dan nu op de primaire levensbehoeften te liggen.” Uit de partijprogramma’s wordt dus niet helemaal
duidelijk wat er met duurzaam voedsel moet gebeuren. Daar is immers het lage
tarief al op van toepassing. Pleiten zij voor een vrijstelling van de btw?
Obstakels
Zonder
deze doelen als het tegengaan van klimaatverandering en het versterken van de
positie van biologisch groente en fruit uit het oog te verliezen, is de vraag
of veranderingen in het verdelen van de btw wel de beste methode is om dit te
bewerkstelligen.
Zo
druist het vrijstellen of niet-uniform belasten van producten per definitie in
tegen het principe van de btw om producten juist uniform te behandelen, wat
eigenlijk de basis is voor het heffen van btw. Bovendien zijn de aanpassingen –
of de producten nu verplaatst worden naar het hogere of naar het lagere tarief –
weinig concreet. Het is namelijk
moeilijk te duiden welke producten in aanmerking komen om te worden verplaatst.
Er zitten dus wel wat haken en ogen aan. Dat stelt Herman Vollebergh van PBL ook:
“Zelf neem ik altijd als voorbeeld gelatine, dat wordt gemaakt van botten. Moet
snoep dan dus [net als vlees] ook om die reden onder het hogere btw-tarief vallen?
Voordat je veranderingen doorvoert, moet je alle voedingsmiddelen dus goed afbakenen.”
De uitzondering die biologisch groente en fruit wordt toebedeeld lijkt, in tegenstelling tot vlees, in eerste instantie makkelijker af te bakenen. “Dit vanwege de keurmerken die daarbij worden gehanteerd”, legt Vollebergh uit. Voor producten die gezond of duurzaam zijn, ligt dat ingewikkelder. We hebben bij discussies op dit platform wel gemerkt dat het selecteren van gezonde producten nog wel eens lastig zou kunnen worden, wat is immers gezond? Hebben we het dan alleen over primaire producten als sinaasappels en valt sinaasappelsap daar niet onder? En welke producten zijn duurzaam? Het is moeilijk te vatten in regelgeving en wetten, zeker als de definities van die termen (gezond, duurzaam) blijven verschuiven.
De doelen (verbetering van het klimaat en gezonde voeding) lijken het middel te heiligen. Deze hervorming van de belastingen heeft dan ook de intentie het marktfalen te verbeteren. Echter, het initiële idee van de btw is om belastinginkomsten voor de overheid te genereren. PBL betoogt in hun onderzoek dat marktfalen beter niet kan worden rechtgetrokken met het aanpassen van de btw-tarieven, omdat “zo’n belasting de milieuschade meestal slechts op heel indirecte wijze belast, namelijk via het verbruik (output), terwijl een groot deel van de milieuschade eerder in de keten plaatsvindt.” Er wordt dus op deze manier aan het verkeerde eind getrokken. Hervorming van het btw-stelstel heeft daardoor minder invloed op de manier waarop we produceren in Nederland, alleen op hoe we consumeren.
De gevolgen
Herman
Vollebergh legt ons uit dat het leeuwendeel van de productie in Nederland wordt
geëxporteerd, en over alles wat wordt geëxporteerd wordt geen btw over geheven.
Hervorming van het btw-stelsel heeft dan ook alleen invloed op een klein deel
van de totale productie in Nederland, namelijk dat wat wij hier consumeren.
Meer btw heffen moet dus niet als doel hebben om de productie te verlagen.
Het
heeft echter wel invloed op het minderen of aanpassen van de consumptie. Het
verhogen van het btw-tarief heeft namelijk vooral aan het einde van de keten
effect, dat is waar het wordt betaald. “Zo gauw je iets van het lagere naar het
hogere btw-tarief verplaatst dan is dat een prijsverhoging van 15%. Dat is
substantieel en dat zal te merken zijn in hoeveel mensen ervan kopen.”
Dat er minder van wordt gekocht, zal (bijvoorbeeld bij vlees) niet een effect op de Nederlandse productie opleveren, maar levert effect op daar waar het wel is geproduceerd. Vollebergh: “Als je als Nederland zegt: wij voelen ons medeverantwoordelijk voor de emissies elders in de wereld, dan maakt dat dus uit. Als je minder vlees eet, dan verlaag je daarmee ook de impact in andere landen, waar bijvoorbeeld sojaproductie plaatsvindt. De totale milieu-impact van het produceren van vlees kun je daarmee wel indirect beïnvloeden. Door de consument meer te laten betalen, gaat hij er minder van eten, of hij verandert zijn dieet. Vlees wordt dan bijvoorbeeld vervangen door granen en dat is in principe beter, maar niet per se beter voor Nederland.”
Uniformering de oplossing?
Planbureau
voor de Leefomgeving is dan ook voor het uniformeren van het btw-tarief. “De
huidige verschillen in tarieven en vrijstellingen verstoren de keuze van
consumenten en creëren daardoor onnodig welvaartsverliezen. […] Zo geldt het
lagere tarief voor voedsel niet alleen voor mensen in de lagere
inkomensklassen, maar evenzeer voor hen die eten in sterrenrestaurants”, leert
het rapport ons. Met het oog op het afbakenen van de producten (moet een pizza
met salami ook in het hogere tarief komen?) is uniformering makkelijker door te
voeren. Bovendien blijft het dicht bij het beginselidee van een gelijke
behandeling van alle producten. Een oplossing om milieuschade tegen te gaan is
het echter niet en daarmee geeft het geen oplossing voor het probleem.
Gezond eten en een beter klimaat zijn belangrijke doelen om na te
streven en met hun plannen beogen alle bovengenoemde partijen dat ook. De vraag
blijft alleen: leidt de hervorming van het btw-stelsel daar wel toe?
Het gesprek
Praat mee op de Facebookpagina van Nederland Voedselland.
door Redactie, Nederland Voedselland
Praat mee!
reacties