Dit verhaal is onderdeel van een zoektocht naar hoe we de makers van ons eten eerlijker kunnen belonen. Daarvoor ontmoeten we verschillende Nederlandse boeren op hun boerderijen. Ons eerste station: Beerta, waar Annechien ten Have Nederlands eerste varkensstal met twee sterren volgens het Beter Leven Keurmerk bouwde. Haar vlees ligt inmiddels in de supermarkten – maar daar is wel vijftien jaar overheen gegaan.
Annechien groeide op tussen de varkens in het Groningse Beerta: een klein dorp met nog geen drieduizend inwoners, vlakbij de Duitse grens. Daar runden haar ouders een akkerbouwbedrijf, en aan het einde van de jaren 60 besloten ze ook varkens te houden. Huppelend als klein meisje op het platteland van Groningen, is Annechiens liefde voor varkens ontstaan. En die is nooit meer weggegaan. Net zoals Annechien nooit uit Beerta is vertrokken. Ze woont nog steeds op diezelfde plek waar ze opgroeide, en zet nu samen met haar man Menno en hun kinderen Detmer en Lizeth de boerderij van haar ouders voort.
Naast akkerbouw en varkens voegde de familie een nieuwe tak aan de boerderij toe: biogas. Om de kringloop te sluiten. Hun varkens eten lupine die de familie zelf verbouwt, en rollen tussen het verse stro van eigen land. De mest en urine van de varkens scheiden ze, waardoor er minder ammoniakvorming ontstaat. De elektriciteit en warmte die bij die die vergisting vrijkomt, gebruiken ze voor hun varkensstallen en leveren ze aan het elektriciteitsnet. De uitvergiste mest gaat weer de akkers op, als voeding voor planten.
Groeiend kritiek op dierenwelzijn
Door veranderingen in de agrarische sector is het belangrijk om mee te bewegen, vindt Annechien. Daarom gooide ze de laatste jaren het roer om in haar bedrijf. Nu zet ze in op de ontwikkeling van haar eigen vleesmerk: Hamletz. Het is het eerste Nederlandse boerenmerk voor scharrelvarkensvlees, dat sinds kort in een aantal supermarkten ligt.
De zoektocht naar duurzaam vlees had te maken met de kritiek op het leven van dieren in de veehouderij. Annechien wilde laten zien dat het anders kon. ‘Zoveel mensen praten over een beter leven voor dieren, maar er zijn er maar weinig die iets proberen te veranderen. Daarom dacht ik: ik ga kijken wat er mogelijk is om het leven van varkens te verbeteren. Ik ga laten zien dat het écht kan.’
Samen met boerencoöperatie Agrifirm zochten ze naar een nieuwe manier van varkenshouden, voor de beste combinatie tussen boer, dier, consument, markt en milieu. Haar man Menno nam samen met Harry de Groot, commercieel directeur varkenshouderij bij Agrifirm, destijds deel aan het innovatietraject Het Nieuwe Veehouden. Via dat traject ontdekten ze dat de smaak van varkensvlees de sleutel tot de consument is. Annechien zegt daarover:
Alleen dierenwelzijn verkoopt niet. Consumenten kopen het vlees pas als het ook echt lekkerder is.
Lupinevarken
Het idee voor het lupinevarken ontstond. Lupine is een vlinderbloemige plant die veel eiwitten bevat, en die heeft een varken nodig voor de groei. Het zou het varkensvlees een betere smaak en een goede ‘bite’ geven. Eerst werd het eiwit uit soja gehaald, maar Annechien wilde niet afhankelijk zijn van soja-import buiten Europa. ‘We telen de lupine op eigen land, waardoor onze CO₂-voetafdruk laag is. Het verbetert ook de bodemvruchtbaarheid, en via de mest gaat het terug naar de akkers. Ideaal voor de kringloop.’
Ook optimaliseerde Annechien de leefomstandigheden voor de varkens. Ze kregen meer ruimte, daglicht, een goede ventilatie, vers stro als afleidingsmiddel en in het bijzonder: een half-overdekte uitloop naar buiten.
Het voer voor de varkens van Annechien: de vlinderbloemige plant Lupine. De dartelstal in Beerta, waar de lupinevarkens van de familie Ten Have naar hartenlust buiten kunnen rennen en spelen.
Dartelstallen
Na jarenlang keihard werken was het vorige zomer eindelijk zover: de opening van de twee ruime en luxe ‘dartelstallen’, met plaats voor 4.900 vleesvarkens en 600 zeugen. De familie Ten Have stopte er al hun vermogen in, en hun hele ziel en zaligheid. En dat werd beloond. De Dierenbescherming bekroonde hun dartelstallen met twee sterren van het Beter Leven Keurmerk. Annechien is voorlopig de enige varkensboer in Nederland die de twee sterren van dit keurmerk heeft.
Sterrensysteem
Twee vrolijke varkensoogjes kijken onderzoekend naar de varkensboer en zijn bezoeker vanuit het buitenverblijf van de dartelstal. De zon schijnt, en zijn vacht kleurt nog mooier roze door het licht. Annechien lacht naar het nieuwsgierige varkentje, en vertelt over grootste uitdaging ervan: het vermarkten van het vlees.
Sinds vorig jaar ligt haar varken onder de naam Hamletz in vijftig supermarkten van Plus en als ‘Boerderijvlees van Annechien’in zestig Albert Heijns. Een eerste introductie ging moeizaam. ‘De eerste verkoopcijfers vielen tegen. In de supermarkt werd amper reclame gemaakt. Daarom stelde ik mezelf de vraag: wanneer koop ik zelf iets nieuws? Ik ontdekte dat ik dat niet zomaar deed – tenzij iets in de aanbieding was. Dus besloten we ons vlees af te prijzen. Dat zou hopelijk bekendheid opleveren. Maar dat viel tegen.’
Annechien denkt dat die lage eerste verkoop te maken heeft met de onbekendheid van de inhoud van het sterrensysteem.
De consument kent het sterrensysteem van de Dierenbescherming wel, maar weet het verschil tussen één, twee of drie sterren niet. Dat was voor ons een schok.
Volgens Niels Dorland, woordvoerder bij de Dierenbescherming, is de consument nu aan zet. ‘Het Beter Leven Keurmerk is een succes. Bij ondervraging zegt een derde van de consumenten spontaan het keurmerk te herkennen. Dat betekent dat boeren en de Dierenbescherming de eerste stap naar meer dierenwelzijn hebben gezet. Nu is het aan de consument om de volgende stap te zetten naar nog meer dierenwelzijn.’
Kiezen met de portemonnee
Maar het is de vraag of dat gaat gebeuren. Uit een onderzoek van de Dierenbescherming met de vraag wat de consument verwacht van varkensvlees, staan smaak en prijs bovenaan. Pas op plek vier staat dierenwelzijn. Milieu nog lager, op plek zeven. ‘Dat is spijtig’, vindt Dorland.
Het is de burger die roept om meer dierenwelzijn, en varkensvlees met meer dierenwelzijn heeft een prijs. Als het op geld aankomt, kruipt de burger in de supermarkt toch weer in zijn consumententrol. En die kiest met zijn portemonnee. Niet met zijn gevoel.
Dat betekent niet dat niemand zit te wachten op duurzaam vlees. ‘Er is zeker behoefte aan duurzaam vlees. Maar we moeten het de consument makkelijk maken om een betere keuze te maken’, zegt Dorland. ‘Aan de andere kant kost gedragsverandering tijd. En die tijd moeten we de consument ook gunnen.’
Nieuwe verpakking
Een van de redenen dat het varkensvlees tijdens een eerste introductie niet goed verkocht werd, bleek de verpakking. Consumenten zagen in de supermarkt het verschil tussen het ‘gewone’ en het tweesterren-varkensvlees niet. ‘We merkten dat consumenten minder bereid waren om meer te betalen voor een product als zij het verhaal erachter niet of nauwelijks kennen. Dus zijn we aan de slag gegaan met een nieuwe verpakking, waar de goede leefomstandigheden van onze lupinevarkens beter op te zien zijn.’
Zelf staat Annechien ook op de verpakking. Want ze is zelf ook onderdeel van het verhaal. ‘Zo’n foto van de boer op de verpakking sluit aan bij de wensen van de moderne consument: die wil weten waar het product vandaan komt en wie het maakt.’
Supermarkten kunnen ook helpen bij het vertellen van het verhaal. Annechien: ‘Zolang varkensvlees anoniem in de winkel ligt, verandert er niks. Kijk maar eens naar het varkensschap. Er ligt wel duurzaam vlees, maar het springt er niet uit. Dan is het logisch dat de consument voor het goedkoopste vlees kiest. ‘
Supermarkten zouden meer nadruk op lokale of diervriendelijke producten kunnen leggen. Dat gebeurt nog te weinig.
Wat krijgt de boer nou voor een kilo vlees?
Wat Annechien nu levert aan de supermarkt is minder dan ze produceert. Dat laat zien hoe lastig het is om duurzaam varkensvlees in het schap te krijgen. Toch is ze optimistisch. Ze ziet een lift in de verkoop van haar varkensvlees. ‘Dat komt vooral door consumenten die in de supermarkt naar ons vlees vragen. Zo komen er steeds meer nieuwe winkels bij waaraan we kunnen leveren.’
In de toekomst wil Annechien graag samenwerken met meer varkenshouders. Dat is duurzamer, vergroot het dierenwelzijn, en zorgt voor een betere prijs in de sector. Ze vertelt hoe prijzen voor varkensvlees nu tot stand komen:
Als je in de supermarkt voor een kilo varkensvlees €10 betaalt, gaat er maar €1,61 naar de boer. Daarvan moet hij alles betalen: het voer, de mest, elektriciteit, huisvesting en de dierenarts. De overige €8,39 gaat naar andere schakels in de keten: het slachthuis, de uitsnijderij en de supermarkt. Welke schakel welk bedrag krijgt, is voor de boer vaak een raadsel.
Annechiens droom is om in de toekomst haar eigen keten te kunnen bouwen. Zodat ze minder afhankelijk is van andere partijen, en de prijsvorming transparanter is. ‘Ik hoop dat meer varkenshouders zich bij Hamletz zullen aansluiten. Een eigen keten biedt perspectief voor nieuwe generaties in de varkenssector. Dat kan zorgen voor een betere prijs, en uiteindelijk betekent dat voor mij een eerlijkere waardering voor de boer.’
Anniek is sinds 2019 storymaker bij Nederland Voedselland. Ze vertelt verhalen over duurzame ontwikkelingen, en is altijd op zoek naar verrassende inzichten over de productie van ons voedsel.