Een logischere plek voor het ondertekenen van een convenant voor eerlijke en duurzame internationale handel is er bijna niet. In de geurende koffiebranderij van Santas Koffie in het oude Rotterdamse Havengebied hebben overheid, brancheorganisaties, vakbonden en maatschappelijke organisaties vanmiddag 29 juni 2018 om 15.40 uur een handtekening gezet onder het IMVO-convenant Voedingsmiddelen.
“De Nederlandse voedingsmiddelenindustrie is een belangrijke foodspeler in de wereld”, zegt Marian Geluk, directeur van brancheorganisatie FNLI, tijdens het tafelgesprek na de ondertekening. “Als wij een stap kunnen zetten in het verduurzamen van ketens heeft dit een enorme impact.”
De ondertekenaars – namelijk Minister Kaag, Minister Schouten, brancheorganisaties FNLI, CBL en NVS, de vakbonden FNV en CNV en de maatschappelijke organisaties ICCO, Global March Against Child Labour en Stichting Woord en Daad, en Stichting IDH Sustainable Trade Initiative – nemen hiermee gezamenlijk het initiatief om maatregelen te nemen tegen kinderarbeid, lage lonen en milieuvervuiling in productielanden buiten Nederland voor producenten in Nederland. De brancheorganisaties tekenen namens de individuele bedrijven. Zij moeten ervoor zorgen dat alle bij hen aangesloten bedrijven de risico’s in kaart brengen.
Problemen gezamenlijk aanpakken
Het convenant staat ook voor samenwerking. Problemen die bedrijven niet alleen kunnen oplossen worden gezamenlijk aangepakt. De betrokken vakbonden en ngo’s leveren op basis van hun kennis en netwerk specifieke ondersteuning. Zij kunnen bijvoorbeeld hun lokale partners betrekken bij de uitvoering van projecten. De Nederlandse overheid kan met overheden in productielanden afspraken maken. Minister Kaag: “Fijn dat de branche met dit convenant zelf aangeeft de sector te willen verduurzamen. De voedingsmiddelensector is een enorme sector waarbij het voor individuele bedrijven lastig is om grote problemen te lijf te gaan. Met dit convenant kunnen we hiermee samen aan de slag.”
Sommige organisaties tekenen liever niet
Hoe meer partijen zich scharen achter dit convenant, hoe groter de impact dus kan zijn. De onderhandelingen werden gefaciliteerd door de Sociaal-Economische Raad (SER). Er is een aantal maatschappelijke organisaties dat het convenant niet heeft willen ondertekenen, na wel mee te hebben gedaan in de onderhandelingen. Dat zijn Oxfam Novib, Unicef Nederland, Save the Children Nederland, Fairfood, Hivos en Natuur & Milieu. De kritiek van de organisaties is volgens brancheorganisatie FNLI dat het convenant niet ver genoeg gaat. Zo tekenen de bedrijven bijvoorbeeld niet zelf, maar doen de brancheorganisaties dat voor hen.
Áls je ergens misstanden moet aanpakken, dan is het in deze sector
ICCO, Global March Against Child Labour en Stichting Woord en Daad ondertekenen wel: “Omdat wij meerwaarde zien in dit convenant met de voedingsmiddelensector. Voor ons is het glas halfvol in plaats van halfleeg, en we zien dit als een kans om eerste stappen te zetten om mistanden in de keten aan te pakken. Twee belangrijke argumenten voor ons zijn dat het om een van de grootste sectoren ter wereld gaat die een verhoogd risico op kinderarbeid, onveilige werkomstandigheden, overmatig gebruik van pesticides, landgrabbing en oneerlijke prijzen voor boeren heeft. Áls je ergens misstanden moet aanpakken, dan is het in deze sector. Dat de brancheorganisaties ondertekenen is daarom juist belangrijk want op deze manier wordt de lat voor iedereen hoger gelegd.”
Ga niet weg maar blijf juist in oorsprongslanden en pak de misstanden aan
Vertrek gewoon daar waar misstanden zijn
Kan je niet beter weggaan als je weet dat er misstanden zijn in de keten? We vroegen het Marian Geluk: “Je kan eigenlijk niet weggaan. Je moet zorgen dat ketens transparant worden. Zorgen dat er druk in de keten is en dat je partijen helpt zich te verbeteren. De UN Guided Principles zeggen dat ook: ga niet weg maar blijf juist in oorsprongslanden en pak de misstanden aan. Zorg dat er internationale druk blijft om invloed uit te oefenen.”
Vrijwillig maar niet vrijblijvend
Het convenant is vrijwillig, maar niet vrijblijvend. SER-voorzitter Mariëtte Hamers zegt hierover: “De convenantsaanpak is een instrument om in gezamenlijkheid productieketens transparanter en duurzamer te maken. Binnen de voedingsmiddelensector kunnen zo risico’s worden opgespoord en aangepakt.” De brancheorganisatie moeten daarom rapporteren over de voortgang bij de bij hen aangesloten bedrijven en zullen het convenant ook jaarlijks evalueren.
Wat merken we van dit convenant in de dagelijkse praktijk?
De consument merkt niet veel van dit convenant als hij in de supermarkt loopt, er wordt bijvoorbeeld geen keurmerk aan verbonden. Het is iets wat zich achter de schermen afspeelt, maar wel kan worden ingezien. Er is een stuurgroep aangesteld en ieder jaar wordt er aan de stuurgroep gerapporteerd. Een onafhankelijk secretariaat maakt een jaarrapportage om de voortgang te monitoren. De stuurgroep treedt ook op als gezamenlijke klachten- en geschillencommissie. Dan gaat het om geschillen of klachten tussen de convenantspartijen als klachten van personen en organisaties die niet hebben ondertekend.
De eerste projecten die nu zullen worden opgestart zijn op het vlak van leefbaar loon en klimaatverandering. Daarnaast zal de overheid werk maken om van dit Nederlandse convenant een Europese aanpak te maken.
Nederland Voedselland publiceert verhalen over transities binnen het Nederlandse voedselsysteem. Eerlijke verhalen over kleine en grote stappen, en over misstappen. We kijken buiten de grens, in ons land, en bij ons thuis.