“De doorsnee consument is voedselanalfabeet”, stelt IJsbrand Velzeboer. “In het keuzeproces in de supermarkt zijn lage prijzen en aantrekkelijke producten vooralsnog leidend.” De vraag is hoe een gezonde leefstijl voor de consument makkelijker kan worden gemaakt. Moet de overheid ingrijpen in de receptuur van de fabrikant en de samenstelling van een product wettelijk vastleggen? Of moet zij de vraag naar gezond voedsel beter sturen door middel van voorlichting aan de consument? Velzeboer schetst voor ons de beide opties.
Wettelijke normering
In 2009 is in de broodsector een maximumgehalte aan zout wettelijk vastgelegd. De maatregel was op initiatief van de sector zelf; door het jodiumgehalte van het broodzout te verhogen moesten de bakkers minder zout in het brood doen om te voorkomen dat zij boven de maximumnorm van de Warenwet zouden uitkomen.
Door deze wettelijk vastgelegde norm heeft van alle productcategorieën brood het meeste succes geboekt in zoutreductie
Door deze wettelijk vastgelegde norm heeft van alle productcategorieën brood het meeste succes geboekt in zoutreductie. De vleeswarenindustrie twijfelt nog omdat keukenzout een conserveermiddel is dat in hoge mate de voedselveiligheid moet waarborgen. Zomaar het zoutgehalte verlagen kan leiden tot meer slachtoffers als gevolg van voedselvergiftiging dan de theoretische aantallen als gevolg van te hoge bloeddruk.
Voedselvoorlichting
Het internet staat bol van de discussies over wat gezond is of niet. Er is veel wetgeving gemaakt om de informatie op het etiket zo volledig mogelijk te maken. De EU-verordening 1169/2011 heeft ervoor gezorgd dat de voedingswaardewijzer op het etiket verplicht is. Het wordt er niet eenvoudiger op. Hoe weet een consument nu wat koolhydraten en volledig geharde plantaardige oliën zijn? En weet de consument wel dat gerookte zalm in feite rauwe vis is? De EU-regelgeving maakt het de consument niet altijd makkelijk.
Een gerichte publicitaire campagne gebaseerd op wetenschappelijk onderbouwde kennis zal meer effect geven dan welke overheids- of Europese inmenging dan ook. Als de vraag naar gezond voedsel gestimuleerd en gestuurd wordt, zal de consument net als vroeger weer verstand van haar eigen voedsel moeten krijgen om zelf een doordachte en weloverwogen keuze te maken voor de aankoop van veilig en gezond voedsel.
Die vraag kan gestuurd worden door brede voorlichting aan de consument te geven
Als er geen vraag is naar de mierzoete tomatensoep bijvoorbeeld, dan verdwijnt deze vanzelf uit het winkelschap. Die vraag kan gestuurd worden door een brede voorlichting aan de consument te geven. In feite is het de taak van een overheidsorgaan zoals Het Voedingscentrum, en de NGO’s zoals de Consumentenbond om het voedselanalfabetisme te bestrijden. Zij kunnen de vertaalslag maken van de wetenschappelijke informatie naar jip-en-janneketaal voor de consumenten toe.
Rode draad
Het aardige is dat de wetenschap regelmatig ook van mening verandert over wat nu gezond is en wat de consument beter kan laten staan. Tel daarbij op de meningen van de talrijke dieetgoeroes en de verwarring is compleet. Er is gelukkig één rode draad in het geheel die ondanks de talrijke (wetenschappelijke) meningen overeind blijft: eet niet teveel, te zout en te zoet en eet vooral gevarieerd.
IJsbrand Velzeboer is directeur van Scienta Nova, een onafhankelijk adviesbureau voor bedrijven in de voedingsindustrie, en de auteur van Ons Voedselbombardement (Scienta Nova, 2013).