Als ik mijn deur uitga, weet ik eerlijk gezegd niet welke kant ik op moet lopen om bij een akker of weiland te komen. Als ik mijn eigen eten zou willen telen, kom ik niet veel verder dan de paar twijgjes tijm en rozemarijn in mijn raamkozijn. We zouden het geen dag uithouden als de wereld slechts bestond uit steden, gevuld met mensen zoals ik. Het is een probleem dat Bas de Groot, tuinder bij CSA Moestuinterij Het Middenland, steeds vaker tegenkomt. Hij maakt het zijn persoonlijke missie om stad en platteland dichter bij elkaar te brengen.
Met drie dagen werk per week zo’n negentig monden voeden, mensen ontmoeten en ze iets bijbrengen over landbouw, en dat nog financieel rendabel maken ook. Op die manier boeren klinkt zo gek nog niet. Altijd al gedreven door het verbinden van boer en burger startte Bas het initiatief Moestuinderij Het Middenland – een concept op basis van Community Supported Agriculture, oftewel gemeenschapsboeren. ‘De kloof tussen boer en burger is voor de boer net zo groot als andersom. Dus als je die kloof wilt dichten, moet het echt van twee kanten komen.’ En dus probeert Bas landbouw ‘logisch’ te maken voor de stadse omgeving.
Ontmoeten en leren
‘Oorspronkelijk kom ik uit de zorgwereld. Ik werkte aan verschillende zorglandbouwinitiatieven, werd opleidingscoördinator Landbouw en Zorg en wilde uiteindelijk zelf graag een zorgtuinderij in Rotterdam beginnen’, vertelt Bas, die tussen het telen en het ophalen van zijn kinderen door tijd maakt voor mijn belletje. ‘Toen ik me bedacht dat ik steeds vaker bezig was om landbouw naar de stad te brengen, ontstond het idee van stadslandbouw.’ Dat idee leidde tot mooie initiatieven zoals Eetbaar Rotterdam en Uit Je Eigen Stad, een heus stadslandbouw bedrijf, inclusief restaurant.
Ik had steeds het idee dat de burger moet leren wat boeren is, anders begrijpen ze niet waar ze kritiek op hebben.
Voor Bas staan ontmoetingen binnen zijn missie altijd centraal. Moestuinderij Het Middenland is zijn nieuwste initiatief, waarin hij mensen de weg wijst naar het erf. Omwonenden kunnen er tegen een betaling voor een bepaalde periode Oogstgenoot, ofwel mede-deler (en mede-teler), worden. Op een gemeenschappelijk beheerd stuk land van hemzelf en van Boerderij Landlust in Midden-Delfland komt iedereen langs, van een leek zoals ik, tot verveelde schooljongeren en ervaren moestuin-pensionado’s. Bas zorgt dat de boel op de rit blijft en brengt mensen bij elkaar. ‘Dat soort ontmoetingen zijn belangrijk. Je hoeft het niet over alles eens te zijn, maar wel begrijpen waar dingen vandaan komen.’
‘Agri-culture’, oftewel Landbouwcultuur
Bas vindt dat het Engelse woord ‘agriculture’ een veel mooiere lading dekt dan ons Nederlandse ‘landbouw’, laat hij me weten. Hij gelooft sterk in landbouw als culturele, zelfs opvoedkundige kracht. ‘Landbouw is naar mijn idee een culturele interventie. Het Middenland wil ik laten groeien als gemeenschap en dat voelt, ook al begint het seizoen pas écht in mei, zelfs nu al zo. Mensen zijn echt betrokken. Oogstgenoten komen tijdens de openingstijden van de boerderijwinkel van Landlust nu al even spieken, of ze helpen een ochtend mee. Kinderen vinden elke verandering al prachtig en met een beetje geluk zien we hazen wegschieten of spotten we een lepelaar.’
Producten zijn niet onbelangrijk. Maar de cultuur die landbouw voortbrengt, daarin zit eigenlijk de grootste waarde.
‘Landbouw heeft ons landschap gevormd en beïnvloedt volledig hoe we als Nederlanders met de wereld omgaan’, stelt Bas. Maar dat (bij)product van landbouw, de landbouwcultuur, zit niet meer in ons systeem ingebakken – getuige mijn moeite om blindelings een boerenerf te vinden. Doordat de wereld steeds mondialer wordt ingericht, lijkt er minder ruimte voor gemeenschapszin. Bas probeert juist dat terug te brengen door een inclusieve landbouwcultuur te creëren. ‘Het is heel leuk om de burger op het erf te zien, maar ik word ook enthousiast als ik een agrariër van in de 80 een nieuwe techniek kan laten zien. Dat is óók een soort uitwisseling van cultuur.’
Voldoenend en verdienend boeren
De voldoening waarmee Bas mij vertelt over zijn werk, over hoe hij mensen laat nadenken over hun voedsel, en over de oogst van zijn producten, werkt aanstekelijk. Maar komt hij niet ook veel scepsis tegen? ‘Met name aan de kant van boeren’, merkt hij op. ‘Die vragen zich natuurlijk af wat eraan te verdienen valt. Veel boeren hebben de ruimte verloren om nog met voldoening bezig te kunnen zijn.’ Bas heeft voor zichzelf een pad uitgestippeld om binnen 3 jaar een substantieel inkomen over te houden met 3 dagen werk in de moestuinderij. Maar zijn succes meet hij niet alleen in euro’s. Hij is gaan boeren omdat hij het leuk en belangrijk vindt. Misschien is dat alles wat we nodig hebben om de weg naar het weiland terug te vinden.
Matthijs is sinds 2020 storymaker bij Nederland Voedselland. Zijn honger voor kennis richt zich op het voedselsysteem in brede zin, en in het bijzonder op certificering, internationale handel, koffie en chocola.