Een zoetwateruitdaging in aardappelland

De zomer van 2018 markeert een omslagpunt voor watermanagement in Nederland. De extreme droogte en hittegolven leerden de landbouwsector dat zelfs een waterland als Nederland zonder water kan komen te zitten. Natuurgebieden droogden op, velden kleurden geel en akkerbouwers zaten met hun handen in het haar. Zo ook de aardappeltelers van Lamb Weston/Meijer. Het waterpeil van de sloot, waarvan zij het water gebruikten om hun velden mee te beregenen, stond onder druk en er kwam een verbod op wateronttrekking. Sindsdien keert het watervraagstuk ieder jaar terug. Bij Lamb Weston/Meijer zoeken ze daarom naar oplossingen om hun telers te ondersteunen. ‘We gebruiken hier veel drinkwater voor onze verwerking, dat zuiveren en lozen we op de Westerschelde. Maar die stroomt naar de Noordzee, en daarmee verliezen we dus kostbaar zoet water. Er moet een manier zijn om dat terug te geven aan de omgeving.’

Ik spreek met Mariska van Dalen, manager Sustainability and Design over hun partnership met Fresh4C’s. Oorspronkelijk zou ook aardappelteler Tonis Boot aan ons gesprek deelnemen, ‘maar september is een belangrijke oogstperiode voor onze telers’, legt Van Dalen uit. ‘Dus die heeft het iets te druk.’ De toon is licht, maar de urgentie van het waterprobleem in het Zeeuwse Kruiningen, waar één van Lamb Weston/Meijer’s zeven fabrieken staat en een aantal van hun telers zich bevindt, is inmiddels groot. Van Dalen werkt nu samen met de duurzaamheidstak van Lamb Weston/Meijer en hun omliggende telers aan een robuuster watersysteem.

Zoals je misschien eerder op Nederland Voedselland hebt gelezen is Lamb Weston/Meijer een producent van frites- en aardappelproducten. In de verwerking van aardappelen tot frites gebruiken zij zo’n 6 liter water per kilo eindproduct.


‘Water is voor ons onmisbaar. Voor het transporteren van de aardappels binnen de productielijn, tot aan reiniging, koeling, verwarming, stomen, noem het maar’, vertelt Van Dalen. ‘Maar in onze Duurzaamheidsagenda voor 2030 hebben we opgenomen dat we beter willen kijken naar de circulariteit van ons water.’ Dankzij recente vernieuwingen en aanpassingen in de productielijn wordt nu inmiddels zo’n 40% van het water hergebruikt, maar de rest wordt nog geloosd op de Westerschelde.

Nu zoet water schaarser wordt, wil Lamb Weston/Meijer daar een duurzamere oplossing voor. Van Dalen: ‘We zoeken sinds 2018 naar manieren om onze telers aan voldoende water te helpen tijdens droge periodes. We boden ze bijvoorbeeld aan ons gezuiverde proceswater gratis op te komen halen.’ Dat bleek voor hen echter onwerkbaar – watertransport is duur en inefficiënt zonder een directe waterleiding, en de volumes die zij nodig hadden waren te groot. ‘Je moet bedenken dat je 2,5 miljoen liter water nodig hebt per hectare, en in een droog seizoen (wat steeds vaker voorkomt) minstens drie keer moet beregenen, voordat je een significant hogere oogstopbrengst hebt. Economisch is dat alleen haalbaar als je van bestaande beken en sloten gebruik kunt maken, en voor ons is het dus efficiënter om te focussen op het gebied. We proberen nu te kijken wat we kunnen betekenen voor het grondwaterpeil met ons proceswater.’

Het perceel van aardappelboer Tonis Boot in Kruiningen.

De (water)leiding nemen

Lamb Weston/Meijer wil nu werken aan een mogelijke oplossing door mee te doen met het Interreg 2SeaS project genaamd Fresh4C’s. Fresh4C’s focust op het beter vasthouden van zoet water in kustgebieden – zoals Zeeland, de westelijke kust van België en de zuidkust van Engeland – waar verzilting een steeds groter probleem wordt. Deels door zelf te investeren in een nieuwe productielijn, en deels met financiële ondersteuning van Interreg – een Europese subsidie voor ruimtelijke ontwikkeling – is Lamb Weston/Meijer aangehaakt. In Kruiningen wil Lamb Weston/Meijer de hoeveelheid zoetwater in de bodem verhogen door het afvloeiende water van de productielijnen via de kreekruggen (een soort verhoogde zandbanken die in het ziltige gebied kenmerkend zijn) en sloten het gebied in te laten lopen. Daar zitten nogal wat haken en ogen aan:

‘De waterschappen in Zeeland zijn namelijk gewend om water zo veel mogelijk af te voeren, maar hoe we water kunnen vasthouden in het gebied weten we eigenlijk niet zo goed’, merkt Van Dalen op.

Uit de huidige onderzoeksfase van het project moet duidelijk worden wat de impact gaat zijn op het gebied, en op welke manier het lozen voor Lamb Weston/Meijer haalbaar wordt. ‘We zijn bijvoorbeeld ook bij een Fresh4C’s-project gaan kijken bij een groenteverwerker in België. Daar werken ze niet via de sloot, maar met een buizensysteem met aftappunten. Telers in het gebied kunnen intekenen bij de verwerker om tegen betaling water af te tappen volgens hun planning. Het was onderdeel van hun verdienmodel – water is ook schaarser en duurder in België’, vertelt Van Dalen. ‘Voor ons werd dat te ingewikkeld. De akkers liggen praktisch in onze achtertuin, de telers zijn onze buren. We willen ervoor zorgen dat als we dan toch water moeten lozen, we het zo ver en zo goed mogelijk het gebied in kunnen brengen.’

Aardappelen beregenen waterschaarste water in Kruiningen
Door toenemende droogte moeten aardappeltelers steeds vaker hun percelen beregenen.

Van Dalen is voorzichtig hoopvol over het project. ‘Dat het profijt heeft voor de omgeving staat vast. Maar hoe ver we het water kunnen brengen en hoe groot de impact voor het gebied is, dat weten we pas als we mogen lozen. En dat zal pas zijn als de nieuwe productielijn en onze pijpleiding af zijn.’

Rijke bron van water(kennis)

De nauwe relatie met hun telers die Lamb Weston/Meijer typeert, komt ook in dit project van pas. De inzichten van Tonis Boot zijn een waardevolle toevoeging aan het project. ‘We willen echt zorgen dat we iedereen in de omgeving aan boord krijgen door te laten zien waar we mee bezig zijn’, laat Van Dalen weten. ‘We wisselen in projectoverleggen veel kennis uit, bijvoorbeeld met DOW Chemicals, dat ook proceswater loost en aan de andere kant van de Westerschelde zit. Maar ook met de waterschappen en de HZ University of Applied Sciences. En er worden studenten ingezet in het gebied om de waterkwaliteit te controleren en daar proeven op uit te voeren.’ Aan het lozen van water zitten namelijk voorwaarden:

‘Het water dat je loost, moet altijd schoner zijn dan het water waaróp je loost. In het gebied staan bijvoorbeeld ook koeien die het slootwater nu niet kunnen altijd kunnen drinken, omdat het zo zout is. Daar moeten we goed mee omgaan. Met ons project zien we kansen om zoet water ook als drinkwater voor de koeien beschikbaar te stellen.’

Kennisuitwisseling staat in Interreg-projecten centraal, en Fresh4C’s is geen uitzondering: ‘Iedereen kijkt over elkaars schouder mee’, zegt Van Dalen. ‘Dat is belangrijk, want het is een complex vraagstuk – je hebt niet één partij die alles weet over optimale bemesting, of over seizoensverschillen of over de waterkwaliteit. Het is niet alleen leuk en leerzaam om die werelden bij elkaar te brengen – het is een voorwaarde voor succes als we watermanagement effectief willen aanpakken. En natuurlijk willen we ook dat in de toekomst in Zeeland onze telers voldoende grote aardappelen kunnen telen, waar wij lekkere frietjes van kunnen blijven maken.’

Hoe een klein land groot kan zijn

Voedselproductie, dat is waar ons kleine land groot in is. Toch zullen we nog veel grootser moeten denken voor een duurzame toekomst. 

Wij vertellen over de zoektocht van de sector. Eerlijke verhalen over kleine en grote stappen, en over misstappen. We kijken buiten de grens, in ons land, en bij ons thuis.

Nieuwsbrief
Nieuwsgierig naar een duurzame voedseltoekomst?