lessen over lokaal voedsel

We hebben het op Nederland Voedselland al vaker gehad over lokaal produceren. Maar steeds meer mensen wonen in een stad, en voedsel verbouwen in een stad brengt grote uitdagingen met zich mee. Toch wordt stadslandbouw steeds populairder. Lokale voedselinitiatieven laten zien dat ze ondanks de stedelijke omgeving ontzettend veel waarde kunnen creëren. Hoe maak je stadslandbouw succesvol?

De voordelen van meer groen in de stad zijn haast ontelbaar. Steeds weer duiken er onderzoeken op die aantonen dat lokaal groen waarde creëert op het gebied van sociale cohesie, biodiversiteit en ten aanzien van leefbaarheid en leefkwaliteit. Mensen worden blij van lokaal groen en in het bijzonder van lokaal voedsel, wat zich  vertaalt in een gezondere buurt.

Maar veel lokale voedselinitiatieven komen moeizaam op gang. Mensen raken verdwaald in het bureaucratische doolhof of hebben simpelweg te weinig geld – of toegang daartoe – voor hun initiatief.  Stad en landbouw zijn moeilijk te verbinden; de stad kent harde grenzen en het weiland is voor menig stedeling niet om de hoek. Toch zijn ook veel stedelingen zeer geïnteresseerd in meer lokale voedselinitiatieven. En kleine investeringen van tijd en geld, in combinatie met terbeschikkingstelling van grond, kunnen al gauw het verschil maken voor een initiatief in een wijk of buurt.

Stadslandbouw ondersteuning landbouw stedelijke omgeving

Mogelijkheden zijn er zat, bleek ook uit het webinar ‘Voedsel van Dichtbij gefinancierd!’ van 13 oktober, georganiseerd door Stadslandbouw Nederland en het RVO-programma Duurzaam Door, dat Nederland Voedselland bijwoonde. Reden om een aantal lessen van drie aanjagers aan het front van lokale voedselontwikkelingen aan het woord te laten.

Vorige
Volgende

1. Wessel Tiessens: Gewoon doen!

Wessel Tiessens, tijdens zijn presentatie bij het webinar.

Een lokaal voedselinitiatief starten vereist een overdosis aan ondernemerschap en vooral het zien van kansen en mogelijkheden. Voor het initiatief van Wessel Tiessens van Greens in the Park begon het allemaal met een prijsvraag over wat te doen met een oud minigolfterrein. Hij schreef een plan om het gebied om te toveren tot een zelfvoorzienend horecabedrijf, met omliggende tuin waar eigen producten worden verbouwd.

Toen de prijsvraag werd gewonnen, ging Wessel meteen van start. Hij nam het gebied op de schop, sjouwde tegels, organiseerde met vrijwilligers doe-dagen voor scholen. Het gaf hem veel voldoening, maar ging met vlagen ook moeizaam. Met zijn enthousiasme maakte hij snel stappen, maar als het om financiering en regelgeving ging, was hij een vreemde eend in de bijt. Op papier was de waarde van het initiatief bij financiers moeilijk duidelijk te maken. Het initiatief ging pas echt leven toen hij hen uitnodigde op het terrein:

‘Het is natuurlijk kicken als je een bankier tijdens een meeting stenen laat sjouwen. Het bleef mensen heel erg bij.’ – Wessel Tiessens, Greens in the Park.


Voor Wessel was niets zo leerzaam als ‘gewoon doen’, en zo ver mogelijk proberen te komen. Ook bij andere lokale voedselinitiatieven valt het op dat een succesvol project niet per se wacht op toestemming of het juiste uitgestippelde plan. In plaats daarvan wordt het enthousiasme van de juiste mensen ingezet om momentum te winnen voor de moeizame, soms frustrerende beginfase. En het voorbeeld van Wessel laat zien dat ook financiers gevoeliger zijn voor een sterk idee, dan een strak plan.

2. Wolter van der Vlist: Van grote schaal naar lokaal

Wolter van der Vlist, Inkoopbeleid en Strategie bij DJI.

Op het eerste gezicht zou je misschien niet staan te springen om een gevangenis in verbinding te brengen met de omgeving. Toch ontdekte Wolter van der Vlist van de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) juist daar grote kansen. Drie keer per dag geeft de DJI 10.000 gedetineerden te eten. Het is de meest klimaat-impactvolle activiteit van de DJI, en vanaf 1 juni 2022 moet een aanbestedingstraject starten die de voedselvoorziening anders structureert. De bedragen zijn niet mis: met een looptijd tot acht jaar is er 250 miljoen euro mee gemoeid. Een enorm bedrag voor een enorm project. Toch zou Wolter het liefst alles via lokale voedselinitiatieven laten lopen:

‘Wat zou het geweldig zijn als we aan elke bajes een lokaal initiatief konden binden, waar gedetineerden werken en ze in hun eigen productie voorzien, met extreem korte ketens en ook nog eens een betere sociale binding van de gevangenis met de omgeving.’ – Wolter van der Vlist, DJI

Alleen is daar intern weinig draagvlak voor, en bovendien zijn er lopende contracten met leveranciers bij wie de aanbesteding uitgezet moet worden. Om de grootschaligheid met kleinschaligheid te verbinden, kan Wolter echter toch iets doen. In de voorwaarden voor de aanbesteding liet hij zijn droom doorschemeren – kanshebbers op de aanbesteding moeten nu kunnen aantonen dat zij met lokale voedselinitiatieven in zee willen. Zo krijgen kleine lokale voedselinitiatieven langlopende afnamegaranties, en dus financiële zekerheid.

Kortom, ook in de beleidswereld waar dingen op grote schaal lijken te gebeuren, is er de mogelijkheid om het kleinschalige te waarderen, en de impact via die weg te vergroten. Een voorbeeld van hoe dit al gebeurt noemt Wolter ook: alle koffie in de duizenden automaten in de justitiële inrichtingen van Nederland wordt gebrand door gedetineerden, via een samenwerking van Maas International (een zeer grote koffieleverancier) met Pure Africa (een kleine koffie-importeur in Zwolle) en Koffielust (een éénmanszaak en koffiebrander, die de gedetineerden begeleidt).

3. Jean Eigeman: Zet de kracht van kennis in

Jean Eigeman, voorzitter Stadslandbouw Nederland (foto: ©Stadslandbouw Nederland).

Stadslandbouw gaat voor een groot deel over verbinding: de juiste mensen voor het juiste project, met de juiste middelen. Zo’n vijf jaar geleden sloot Jean Eigeman zich aan bij Stadslandbouw Nederland, een ijverige community van kennisdelers en ondernemers, met als doel om de netelige vraagstukken van de stadslandbouw beter in het vizier te krijgen. En die vraagstukken komen steeds vaker voor. Met een kerngroep van onderzoekers, ondernemers, ambtenaren, docenten en maatschappelijk initiatiefnemers, werkt hij aan leerprocessen over de verbinding tussen burgers en hun voedsel. Want er zijn steeds meer stedelingen die op dit gebied iets willen ondernemen en zoeken naar de juiste ondersteuning:

‘Het kennisplatform zelf hoeft niet heel bekend te worden, zolang het maar bij beleidsmakers, financiers en wetenschappers doordringt dat er in de stad, of in de buurt van een stad, hele enthousiaste mensen zijn die dagelijks voor hun eigen voedsel aan de slag willen.’ – Jean Eigeman, Stadslandbouw Nederland


Aan de ene kant dus een oproep aan de (lokale) politiek, maar aan de andere kant vindt Jean ook dat er vanuit de stadslandbouw-beweging beter gecommuniceerd moet worden over de waarde die het heeft voor de stedelijke omgeving. ‘We moeten sensitief zijn voor wat politiek interessant is’, vertelt hij. Dat geldt juist ook voor de onderwerpen die een minder direct verband hebben met het verbouwen van voedsel an sich. ‘Het tegengaan van obesitas, voedseleducatie op scholen, dingen als het Preventieakkoord en het Klimaatakkoord – dat zijn dingen waarin Stadslandbouw veel potentie heeft.’

Jean hoopt dat door Stadslandbouw Nederland gemeenten en andere instellingen beter op de hoogte zijn van lokale initiatieven en de mogelijkheden om hen te ondersteunen. Hij wil stedelingen de oproep doen om om zich heen te kijken naar de initiatieven die er al zijn en zich meer te verbinden met hun voedsel. De talloze talenten en middelen die een stad rijk is kunnen elkaar op allerlei slimme, impactvolle manieren vinden. En hij hoopt dat de stadslandbouw-beweging uiteindelijk ook bij financiers gaat opvallen.

4. Tips en meer informatie

Nog niet uitgelezen over stadslandbouw? Of ben je benieuwd naar nog meer mogelijkheden, vraagstukken, en de initiatieven in je eigen omgeving? Duik verder de discussie in:

• Kijk het hele webinar ‘Voedsel van Dichtbij gefinancierd!‘ van 13 oktober terug op de website van Stadslandbouw Nederland, om te zien welk evenement aan dit artikel voorafging.

• Weet je zelf van een initiatief af dat ondersteuning verdient? Of wil je er misschien zelf een starten of zelfs ondersteunen? Impactfonds MAEX zet zich in voor het meetbaar én financierbaar maken van sociale impact, voor onder meer stadslandbouw initiatieven. Kijk eens rond op de website van MAEX om te weten wat er gebeurt!

• In de LinkedIn-groep van Stadslandbouw Nederland zijn er regelmatig levendige gesprekken over stadslandbouw en zie je verschillende initiatieven langskomen. Wil je op de hoogte gehouden worden? Schrijf je in voor de community!

• Lees op Nederland Voedselland meer over Community Supported Agriculture, een populaire vorm van stadslandbouw: Het initiatief van stadslandbouwer Bas de Groot was daar een mooi voorbeeld van. Ook kun je meer te weten komen over CSA via het CSA Netwerk van Nederland.

Hoe een klein land groot kan zijn

Voedselproductie, dat is waar ons kleine land groot in is. Toch zullen we nog veel grootser moeten denken voor een duurzame toekomst. 

Wij vertellen over de zoektocht van de sector. Eerlijke verhalen over kleine en grote stappen, en over misstappen. We kijken buiten de grens, in ons land, en bij ons thuis.

Nieuwsbrief
Nieuwsgierig naar een duurzame voedseltoekomst?