Door onze redacteur, Matthijs Smit.
Jongeren verbinden, ze in hun kracht stellen en samen het voedselsysteem veranderen. Met die overtuiging leidt Lianne de Bie, directeur van het Slow Food Youth Network (SFYN) de jaarlijkse SFYN Academie. Een half jaar lang keren 26 zogenaamde ‘voedselveranderaars’ het Nederlandse voedselsysteem binnenstebuiten, vanuit verschillende achtergronden, sectoren en overtuigingen. Op zoek naar oplossingen en kennis over gezond, duurzaam en eerlijk voedsel. Ik spreek Lianne over de waarde van de academie, de ongekende complexheid van het voedsellandschap en haar blik op de toekomst.
Fotografie: Fenna van Surksum, http://www.fenvisuals.nl/
In 1986 haalt culinair nieuws alle Italiaanse kranten en zelfs de New York Times: in Rome zou een McDonald’s restaurant openen, middenin het historische centrum. Hoe is het mogelijk dat de hoofdstad van een land waarin puur en goed eten zó belangrijk en zó historisch verweven is, dit toelaat? De kritiek die op de opening volgt jaagt het begin aan van Slow Food, een wereldwijde culturele protestbeweging die zich afzet tegen fastfood en zich hard maakt voor “gezond, duurzaam en eerlijk voedsel voor iedereen”. Het groeit uit tot een netwerk van duizenden mensen in 160 landen, met als belangrijke zijtak de jongerenbeweging Slow Food Youth Network (SFYN).
SFYN Nederland is één van de actiefste takken, de afgelopen drie jaar geleid door Lianne de Bie. Als directeur is zij één van de drie medewerkers, met een legioen aan vrijwilligers ter versterking. Samen verzorgen ze alle activiteiten zoals de Op Het Menu-dagen en de jaarlijks terugkerende SFYN Academie, het vlaggenschip van SFYN. Tijdens de academie, die ik zelf ook volg, worden alle schakels van het voedselsysteem met een open blik bekeken, worden lastige discussies aangegaan en worden jongeren uitgedaagd om na te denken over wat er beter kan.
De Ongrijpbare waarde van een netwerk
Lianne, leuk dat je tijd wilde maken hiervoor. Allereerst, SFYN is een beetje een gekke organisatie, iets wat mensen niet direct snappen. Hoe leg jij het uit?
“Ik heb nog altijd niet één verhaal, dat ligt echt aan wie ik voor me heb. Meestal zeg ik dat we een netwerk zijn van jonge mensen die het voedselsysteem willen veranderen. Dat is de rol die wij pakken. De wereldwijde Slow Food beweging zet zich in voor gezond, duurzaam en eerlijk voedsel voor iedereen en we willen dat jongeren de kennis en tools hebben om dat te realiseren. Dat is heel divers, het kan allerlei uitwerkingen hebben. Eigenlijk overal waar iets voedselgerelateerds gaande is, heb je een grote kans dat er iemand een link met SFYN heeft. En toch kun je er niet je vinger op leggen, de waarde van SFYN is een beetje ongrijpbaar.”
Waar merk je dat aan, dat het ongrijpbaar is?
“Onze kracht zit hem in de mensen – het feit dat je jongeren met elkaar verbindt, met de academie en met onze andere activiteiten. Alleen komt daar niet altijd een duidelijk product uit voort. We geven jullie zo veel mogelijk kennis en inspiratie mee, bijvoorbeeld over de vleesindustrie of over ongelijkheid, of over genetische modificatie in planten, en we laten zien wat voor gave initiatieven er in het SFYN netwerk gebeuren. Maar daarna moet het zijn eigen weg volgen. Stel dat jij een mede-deelnemer van de academie belt, en jullie helpen elkaar om een initiatief op te zetten, of maken een nieuw product… Ten eerste weet ik, of weet SFYN dat niet altijd, en ten tweede, mogen we dat dan ‘onze impact’ noemen? Dat maakt die ‘waarde’ lastig. We weten allemaal dat netwerken je verder brengt, maar hoe precies, dat is lastiger uit te leggen.”
De waarde van een netwerk wordt algauw onderschat. Zijn er ook mensen die de belangrijkheid van SFYN juist overdrijven, denk je?
“Er wordt vaak naar SFYN gekeken voor een mening of een visie. En tuurlijk, collectief hebben we enorm veel kennis. Maar dat zit in het netwerk, en niet (alleen) bij mij, bijvoorbeeld. Mensen hebben soms behoefte aan hokjes, en SYFN past daar niet echt in – misschien ook doordat het wat minder activistisch is geworden, als je het vergelijkt met het begin van Slow Food. Als er dan naar mij wordt gekeken voor een mening, ja, ik kan wel mijn mening geven, maar binnen ons netwerk verschillen de meningen.”
Ik denk dat er veel mensen zijn die denken dat hun mening belangrijker is dan hij werkelijk is. In de Academie proberen we vooral mee te geven dat je je openstelt, dat je luistert naar anderen. Je eigen mening is ondergeschikt aan wat je van hen kunt leren.
Voedselveranderaars?
Je zegt dat de kennis en expertise niet alleen bij jou ligt. Maar na een aantal jaar heb je misschien wel een soort ‘overzicht’ op het voedselsysteem van Nederland. Heb jij daarin grote veranderingen en verschuivingen gezien?
“Natuurlijk zijn er grote crises gekomen – corona, nu Oekraïne – waardoor de kwetsbaarheid van het voedselsysteem zichtbaarder dan ooit is geworden. En in bredere zin zie ik dat je vier of vijf jaar geleden mensen nog moest overtuigen dat er iets moet veranderen, nu zien de meeste mensen dat wel. De vraag richt zich nu op oplossingen: hóé gaan we dat dan aanpakken. Maar dat maakt de discussie complexer, want die oplossingen moeten wel werkbaar zijn. En zoals we zien met onze discussies tijdens de academie over landbouw bijvoorbeeld: je kunt niet meteen zeggen dat alles volledig biologisch moet, of dat het alleen maar intensief of efficiënt kan vanwege de markt.”
Jij noemt ons, de deelnemers van de academie, ‘voedselveranderaars’. Dat is best een verantwoordelijkheid die je meegeeft. Hoe vul je dat in, kijkende naar die wereld die je schetst?
“Kijk, we willen natuurlijk ook dat jullie iets gaan veranderen in de wereld. Er móét ook iets gaan veranderen in de wereld. Onze rol is om de deelnemers de tools te geven dat te doen. Door zo veel mogelijk van het voedselsysteem laten zien, bij bedrijven langs te gaan, workshops te volgen, stukken te laten lezen, interessante mensen te spreken, enzovoorts. Er zit ontzettend veel kennis in ons netwerk. Maar uiteindelijk staan de mensen centraal, en die kun je niet dwingen om met elkaar samen te werken. Dus ik voel de druk niet zo op het inhoudelijke – natuurlijk is dat ook belangrijk, maar het belangrijkste is dat je de juiste mensen om je heen hebt.“
“Daarom doen we zo’n uitgebreide selectie op onze deelnemers. We willen een groep mensen die aan de slag gaat. We willen een brede en diverse groep, want op elke schakel en in elke sector is er voor iemand een rol. En we proberen ervoor te zorgen dat iedereen die rol ook pakt. Het is belangrijk dat het niet blijft bij “hier heb je deze kennis en indrukken, succes verder”. Je hebt als deelnemer een opdracht om verandering te brengen. En dat gaat niet alleen over landbouw of productie maar ook educatie, verspilling, techniek, beleving – op elk gebied is een nieuw concept of nieuwe oplossing te bedenken.”
Omgaan met privileges
Je zegt, jullie zoeken altijd een diverse groep. Maar je kunt niet overal tegelijk zijn. Wat is de grootste blinde vlek van SFYN, denk je?
“De groep is erg divers wat betreft expertise en kennis, maar qua etnische en culturele diversiteit… Het is een erg witte, hoogopgeleide groep. En daarmee kunnen we niet alle problemen van het voedselsysteem oplossen – dat geldt voor SFYN maar ook voor het hele voedseldebat. We kunnen nog zo ons best doen, er zijn bepaalde vraagstukken en oplossingen waar we niet mee in aanraking komen daardoor. Ik merk dat we, vooral in deze groep, onbewust toch een beetje een romantisch beeld schetsen van hoe het ‘ideale’ voedselsysteem eruit zou moeten zien. Niet iedereen kan een moestuin hebben; niet álle boeren kunnen extensiveren.”
“Het mag natuurlijk geen excuus zijn om niet te verduurzamen, maar het moet wel op een eerlijke manier gebeuren. We moeten niet vergeten dat heel veel mensen in de wereld nog ondervoed zijn.”
“Soms vergeten we in wat voor wereld we leven. Het is mooi dat we over dit soort dingen nadenken, maar het is ook een privilege dat we dat kunnen. Dat we met elkaar op pad kunnen gaan, zo veel mensen kunnen spreken en dingen kunnen zien. Ik zou het heel verwend vinden als we dit hebben gedaan, een academie die veel tijd en energie kost, iets wat niet iedereen kan veroorloven, en we zien het alleen maar als een leuk reisje met veel lol, waar we verder niks mee doen. Natuurlijk mogen we lol maken, maar we moeten niet vergeten dat we iets willen veranderen.”
Een oneindig lijkend voedsellandschap
Wat heeft jouw directeurschap bij SFYN je allemaal gebracht? Heeft het veel invloed gehad op jou als persoon, ben je er anders door gaan consumeren, bijvoorbeeld?
“Anders consumeren weet ik niet. Het is vooral dat je in een omgeving zit met mensen die allemaal zo veel om eten geven. Dat vind ik gaaf aan SFYN, een groep mensen die om zoiets primairs geven als voedsel, en allemaal willen weten wat het verhaal achter hun voedsel is. Dat neem je dan een beetje over. Veel is ook een gevoelskwestie, denk ik; we maken onze voedselkeuzes echt niet alleen maar rationeel. Maar ik merk wel dat ik daardoor meer let op wat gezond is, wat goed smaakt, wat voor mijn beeld eerlijk geproduceerd is. En de realisatie dat dat niet luxe hoeft te zijn maar dat simpel – juist ook simpel voedsel lekker en goed kan zijn, als het maar goede producten bevat.”
Binnenkort stop je als directeur. Wat zou je advies zijn voor je opvolger?
“Aan het begin was ik heel erg bezig met de verwachtingen die aan deze functie hangen. Wat is een directeur voor persoon, hoe moet ik me gedragen? En daar ging ik me heel erg naar vormen, terwijl een directeur helemaal niet één soort persoon is. Dus ga niet al te veel mee in die verwachtingen. En je wordt ook voor van alles gevraagd, je ontmoet politici of wetenschappers, andere gave mensen… Je ziet van alles om je heen gebeuren – maar uiteindelijk ben je als directeur verantwoordelijk voor het SFYN netwerk. Daarmee geef je jongeren de kans om het voedselsysteem beter te leren kennen en zo ook iets te veranderen. Dat doel moet je niet uit het oog verliezen.”
Hoe ziet het leven er na SFYN uit? Wat is voor jou de volgende stap? Blijf je in het voedselsysteem werkzaam?
“Grote kans van wel, maar dat is niet honderd procent zeker. Misschien duik ik heel iets anders in. ‘Het Voedselsysteem’ is zo groot, complex en genuanceerd – waar ga je je voor inzetten, waar ga je voor vechten? Met SFYN zit ik daar nu middenin, en dat maakt het lastig om te weten waar ik een rol voor mezelf zie. Daar moet ik eerst wat meer afstand van nemen, denk ik.”
Nederland Voedselland publiceert verhalen over transities binnen het Nederlandse voedselsysteem. Eerlijke verhalen over kleine en grote stappen, en over misstappen. We kijken buiten de grens, in ons land, en bij ons thuis.