Zeewier. Voor de één glibberige hindernis tijdens het zwemmen, voor de ander een plant met ontelbare mogelijkheden. In die tweede categorie valt Hortimare in Heerhugowaard. In een tijd waarin duurzaamheid en innovatie centraal staan in de voedsel- en landbouwsector, speelt het bedrijf een vooraanstaande rol in de ontwikkeling van zeewier als een veelzijdig gewas met tal van toepassingen. Nederland Voedselland ging in gesprek met Suzan Vellekoop, één van de vele gepassioneerde medewerkers van Hortimare die het zeewiervirus opdeed.
Suzan werkt nu drie jaar bij Hortimare, maar om daar terecht te komen, waren er eerst wat omwegen. Ze kwam tijdens een stage bij buitenlandse zaken over Dubai op het pad van zeewier. “Dubai was op dat moment in voorbereiding van de wereldexpo als springplank om hun economie te diversifiëren. De doelstelling van de Verenigde Arabische Emiraten (VAE) is om het meest ‘food secure’ land ter wereld te worden in 2051. Nederland heeft veel expertise om daarbij te helpen.” Ze pakte naast haar stage in haar scriptie de vraag op wat er nog meer te verbouwen is in een land met praktisch alleen maar zand, zon en zee. “Omdat de VAE wel toegang heeft tot veel zout water, en de felle zon goed van pas komt met drogen, kwam ik al snel uit bij zeewier.”
Uiteindelijk schreef ze haar scriptie over zeewiercultivatie in de Arabische Golf. Al snel kwam ze in contact met Hortimare, en reisde ze af naar Heerhugowaard om kleine suikerwier zaailingen op te halen. “Het was in de tijd van corona, en de zomervakantie was net begonnen. Ik had de tijd, en wilde wel eens van dichtbij zien hoe dat zeewier groeide.” Dus leende ze een aquarium. “Ik heb toen echt een zeewiervirus gekregen. Ik fietste elke week van Leiden – mijn studentenkamer – naar Katwijk, om zeewater te halen.” Het water pasteuriseerde ze in de keuken van haar studentenhuis, en koelde het af tot maximaal 12 graden. “Alles om het zeewier blij te maken”, lacht Suzanne.
Door kouder weer en drukte liep haar Leidse project
helaas ten einde, maar al vrij gauw kreeg Suzan
bij Hortimare de kans om onderzoek te doen
naar zaaitechnieken.
‘Lijm’
Suzan legt uit waar het om ging: “In Azië wordt zeewier gezaaid door in een gecontroleerde omgeving zaailingen op een dunner touw te laten groeien (‘twine-seeding’), en na 6 weken om een dikker touw te rollen dat klaar is voor de zee.” Hortimare heeft een efficiëntere ‘direct seeding’-methode gepionierd. “Dat hebben we afgekeken van de zaadsector in de regio, waarbij er om de sporen van varens bijvoorbeeld ook een coating zit om het zaad goed te houden. Deze coating heeft in het geval van zeewier een dubbelfuctie als ‘lijm’, die in twee weken oplost.” Precies de tijd dat het suikerwier nodig heeft om een stevige holdfast te ontwikkelen aan het cultivatietouw. Dit onderzoek is hard nodig, want op dit moment worden er nog 4000 individuen ‘direct gezaaid’ per meter, terwijl er maar 300 volgroeide individuen nodig zijn voor een goede oogst. Met meer kennis kan er dus een enorme efficiëntieslag gemaakt worden.
Vallen en opstaan, in cultivatie en kweek
De potentiële impact van de zeewiersector is groot, maar blijft nu nog klein vanwege de vele uitdagingen op gebied van marktvraag en ontwikkelende cultivatiekennis. “De meest in Europa geteelde varianten in Europa – Alaria en Saccharina – zijn twee bruine wiersoorten. Maar voor die soorten is er tien keer goedkoper wier beschikbaar vanuit Azië en vanuit de wildoogst.” Fundamenteel onderzoek blijft voorlopig noodzakelijk, want van de meeste zeewiersoorten is het bijvoorbeeld nog nooit gelukt de levenscyclus te sluiten. Dan is er nog de mismatch tussen cultiveerbare soorten en de soorten waar vraag naar is. Alle wieren doen aan fotosynthese en hebben dus allemaal zeewater, nutriënten en licht nodig. “Maar daar houdt de vergelijking al snel op”, zegt Suzan. Om wier te kunnen kweken, is het essentieel om zaad te verkrijgen. “En dat is telkens anders. Bij zeewier A heb je zaad dat zichzelf continue dupliceert, terwijl je bij zeewier B sporen nodig hebt van een vrouwtje, bevrucht door een mannetje onder heel specifieke omstandigheden.”
Ook op gebied van teelt is het voortbouwen op best practices door samenwerking tussen boeren erg belangrijk. Suzan: “Toen de eerste zeewierboeren zo’n 15 jaar terug begonnen had iedereen zijn eigen systeem met andere dieptes, touwmateriaal en positie ten opzichte van de stroming. Dus als de ene teelttechniek werkte in Noorwegen, betekende dat niet dat het ook werkte in Engeland.” Hortimare probeert dan ook toe te werken naar een standaard teelttechniek, en test hierbij eigenhandig de beste lijm, touwsoort, zaaitechniek en zaaimachines op de mooie locaties van de boeren, van Noorwegen tot Noord-Ierland.
Ruim 11.000 soorten en net zo veel toepassingen – De wereld van wieren
De toepassing van elke zeewiersoort is anders, zelfs tussen dezelfde kleur wieren. Suzan: “Ik heb bijvoorbeeld
twee rode wieren. De een, de Palmaria palmata wordt ook wel de vegan bacon genoemd. Het heeft ook
een rokerige smaak en een beetje een bite. Maar we hebben ook het rode wier, Asparagopsis, die er
qua vorm niets op lijkt. Dat wordt helemaal niet door mensen gegeten, maar toegevoegd aan koeienvoer.”
Het wier zorgt ervoor dat de enzymen die methaan produceren in de maag van de koe worden uitgeschakeld.
Dat blijkt heel effectief – effectiever dan synthetische varianten, een verbetering van 30% methaanreductie
naar 80%. Zo heeft elk zeewier een specifiek toepassing. “Wij kweken op dit moment zo’n 41 soorten,
maar wereldwijd bestaan er zo’n vierduizend. Er is dus nog een wereld aan mogelijkheden te ontdekken.”
Innovatie en samenwerkingen
Ondanks de uitdagingen, denkt Suzan ook dat er meer aandacht zal komen voor de neveneffecten van zeewierteelt. “Kweek van zeewier heeft, net zoals mosselkweek, een bewezen positief effect op visbestanden, zoals op de glasaal. Daarnaast heeft het ook een filterend effect; het neemt overtollige voedingsstoffen op en produceert zuurstof.” Hoewel de vraag naar gecultiveerde soorten stijgt, en wildoogst afneemt, is er nog een lange weg te gaan voordat het kan concurreren in prijs bij productie op grote schaal. Suzan hoopt op termijn dat er cross-overs worden gemaakt, bijvoorbeeld door op stenen te zaaien die rondom windturbines worden gestort, of oplossingen te bieden voor zuurstofloze dode zones, zoals in de Baltische Zee en de Golf van Mexico. “Ik kijk er erg naar uit om uit de zeewierbubbel te stappen, en op zoek te gaan naar dit soort interessante mogelijkheden!”
Nederland Voedselland publiceert verhalen over transities binnen het Nederlandse voedselsysteem. Eerlijke verhalen over kleine en grote stappen, en over misstappen. We kijken buiten de grens, in ons land, en bij ons thuis.