Suiker zat

In het voedsel dat we vandaag de dag eten, zit te veel suiker. Suiker is een energierijke voedingsbron die ons lichaam nodig heeft, maar het is ook moeilijk om te minderen. De negatieve effecten van suiker op ons lichaam worden steeds duidelijker en we weten de smaak maar niet te weerstaan. Worden we ooit suiker zat?

Ga als experiment de supermarkt in en lees de voedingswaarden op de etiketten maar eens door. Pastasauzen, dranken, koeken, uiteraard snoep, maar ook saladekuipjes, kant-en-klaar maaltijden en broodbeleg: suiker is bijna onvermijdelijk. Daarom riep het Diabetesfonds de Nationale Suiker Challenge in het leven – een week lang gezond eten en drinken met minder suiker.

Volgens het Voedingscentrum is ons lichaam erop ingericht om ons te belonen met dopamine als we energierijk voedsel consumeren. En met een zoet drankje is dat zo gebeurd. Het resultaat? Een fijn gevoel – wát een lekker drankje! Maar eetpatronen van nu bevatten een suiker overload, en we vinden het maar moeilijk om onze suikerinname terug te brengen. We geven het spul niet graag op. Sterker nog, we houden zo krampachtig vast aan de sensatie van de zoete lokstof, dat de voedselindustrie al decennialang aan het uitvogelen is hoe we precies de juiste smaak krijgen, zonder dat we altijd maar met dat suikergehalte zitten.

Angstaanjagend aspartaam

Een van de oudste suikervervangers die we kennen is de zoetstof sacharine, ontdekt in de 19e eeuw. De eerste keer dat Coca-Cola een lightdrankje op de markt bracht, werd het met deze stof gemaakt, in 1963. Hun eerste lancering droeg de naam Tab – de  naam Coca-Cola Light zou nog moeten wachten tot de jaren ’80. In eerste instantie was de naam ‘Coca-Cola’ namelijk alléén bestemd voor het oorspronkelijke drankje, in zijn herkenbare roodwitte blikjes en flesjes.

Maar toen in 1965 de ontdekking van aspartaam werd gedaan, zette het de voedselindustrie op zijn kop.

De stof is tweehonderd keer zo zoet als suiker, met een calorische waarde van nagenoeg nul.

Ineens konden de formules van allerlei frisdrankbedrijven in twijfel getrokken worden. En aspartaam was niet alleen een geliefd alternatief in frisdranken; naar mate het bewustzijn over ons suikeroverschot een breder gedragen begrip werd, verdwenen ook langzaamaan de suikerklontjes van de thee- en koffietafels. In plaats daarvan stonden kleine doosjes of shakers, of een veel kleiner suikerzakje, maar dan met iets anders erin, zoals het recept van zoetstoffenfabrikant Canderel.

Aan het begin van de jaren ’00 kwamen er steeds meer twijfels over de inzet van lightproducten. Volgens het Voedingscentrum stamt een deel van de scepsis uit twee onderzoeken uit 2006 en 2007, waarbij tumoren in ratten werden aangetroffen nadat zij aspartaam toegediend kregen. Aspartaam is een E-nummer, wat betekent dat de EFSA beoordeelt of deze veilig is. Zij trokken de resultaten erop na, en bepaalden dat de onderzoekers fout zaten met hun conclusies. Ook een oncologische studie gepubliceerd door Elsevier liet zien dat aspartaam noch sacharine een veiligheidsrisico voor mensen vormen.

Maar het kwaad was geschied: aspartaam werd weggezet als ongezond, gevaarlijk en zelfs kankerverwekkend, en sindsdien associëren we het daarmee. Het is niet voor niets dat de tweede en derde Veelgestelde vragen van Canderel gaan over de veiligheid van aspartaam.

Geen suiker? Geen zorgen

Ook al is de schadelijkheid van suiker vervangende zoetstoffen ontkracht, veel mensen maken zich nog altijd zorgen. In ons artikel uit 2017 legt onderzoeker Paul Smeets uit waar die gedachtegang vandaan komt: “Je lichaam reageert op suiker door insuline aan te maken om je bloedsuikerspiegel stabiel te houden. Een veelgehoord verhaal is dat het lichaam onterecht insuline aanmaakt als je iets zoets proeft, dus ook door niet-calorische zoetstoffen.” Dit leidt tot de gedachte dat je meer gaat eten van lightproducten, om de lage bloedsuikerspiegel te compenseren. Maar die aanname is onterecht, laat Smeets weten:

Een recente meta-analyse van meer dan 200 onderzoeken toont aan dat het consumeren van laag-calorische zoetstoffen in plaats van suiker leidt tot een verlaging van energie-inname en lichaamsgewicht.

We spraken hierover met Annet Roodenburg, lector Voeding en Gezondheid aan de HAS Hogeschool, en ook zij sluit zich hierbij aan. Lightproducten kunnen werken. Toch blijft het gevoel hangen dat producenten van lightproducten naar oplossingen zoeken voor een zelfgecreëerd probleem: het verlangen naar zoet. “Wat je eigenlijk zou willen is dat mensen wennen aan een minder zoete smaak”, stelt Roodenburg. “Normale cola is minder gezond dan light, omdat je van suiker in vloeibare vorm dik wordt. Maar eigenlijk is het nog veel beter om gewoon water te drinken.” Waarom doen we dat dan niet?

Dat lijken ze zich bij air up ook af te vragen. Als nieuwste trend in zoete, niet suikerhoudende drankjes, zet deze start-up in op geur-aroma’s toevoegen aan water. Met speciale geurpods die je aan hun waterfles (uiteraard van gerycled plastic) toevoegt, komt er bij het drinken een aroma vrij en proef je een smaak. Zonder voedingsstoffen toe te voegen. Ze zijn stellig in hun claim dat het water 99,99% puur blijft, en dit lijkt bij investeerders te zijn geland: de start-up sleepte bij hun meest recente investeerdersronde in november een slordige 18 miljoen euro binnen.

Het is de meest recente gooi naar de smaakpapillen van de consument, die o zo graag zoet wil proeven, maar niet écht zoet mag eten. Dit artikel begon met de uitdaging om suiker uit te bannen. Daar wordt de techniek steeds beter in. Alleen is al dit wikken en wegen hoogstwaarschijnlijk niet wat het Diabetesfonds in gedachten had. We kunnen beter een worteltje eten en een theetje (zonder suiker) drinken. De vraag blijft of we kunnen leven met minder zoet.

Hoe een klein land groot kan zijn

Voedselproductie, dat is waar ons kleine land groot in is. Toch zullen we nog veel grootser moeten denken voor een duurzame toekomst. 

Wij vertellen over de zoektocht van de sector. Eerlijke verhalen over kleine en grote stappen, en over misstappen. We kijken buiten de grens, in ons land, en bij ons thuis.

Nieuwsbrief
Nieuwsgierig naar een duurzame voedseltoekomst?