Wat krijgt de boer voor een zorgei?

Gesponsord
Serie
Gebruik je boerenverstand

Samen met Agrifirm zoeken we naar manieren hoe we de makers van ons eten eerlijker kunnen belonen. Dit verhaal is het tweede deel van die zoektocht. We bezoeken boerin Marieke in het Limburgse Hegelsom, waar ze met haar man en oom legkippenbedrijf en zorgboerderij Wienes runt. Samen met de hulpboeren verpakken zij zelf hun zorgeieren, die voldoen aan de strenge eisen van ‘Milieukeur’. Voor het keurmerk investeerden ze veel tijd en geld, maar nu liggen hun zorgeieren wel landelijk in de schappen van Jumbo.

Als kind was Marieke Claessens altijd te vinden op de kippenboerderij van haar oom Toon. Ze wist zeker dat ze later op de boerderij wilde werken, maar koos niet meteen voor het boerenvak. Ze studeerde om Z-verpleegkundige te worden, omdat het werken met mensen met een verstandelijke beperking haar andere passie was. Marieke schreef haar scriptie over zorgboerderijen, en met het eindresultaat ging ze naar oom Toon. Ze stelde voor om van zijn legkippenbedrijf een zorgboerderij te maken. En dat gebeurde. Zo’n twintig jaar geleden gooiden ze het roer om.

Met haar man Robert en hun drie dochters Renske, Neeltje en Teuntje woont en werkt Marieke nu op de zorgboerderij, die ze samen met haar man en oom runt. De zorgtak op de boerderij is flink gegroeid: inmiddels werken er 35 hulp- en belevingsboeren (boeren met een beperking), die elke dag de verse eieren verzamelen, de kippen verzorgen en de boerderij onderhouden.

Bij aankomst in Hegelsom is het 10:00 uur. Dat betekent koffiepauze op zorgboerderij Wienes. De kantine is gezellig versierd en het ruikt naar verse koffie. De hulpboeren verzamelen zich in de ruimte en gaan zitten aan de tafels, die bedekt zijn met rood-wit geblokte tafelkleden. Trots kijkt Marieke toe.

Hier laten wij iedereen doen waar ze goed in zijn. Voor de één is dat het verzamelen van eieren, voor de ander het verzorgen van de koffie. Samen de mogelijkheden benutten en plezier maken; dat maakt onze zorgeieren zo bijzonder.

Een sociaal en onderscheidend ei 

Naast het zorggedeelte houden ze 19.000 kippen. Dat lijkt misschien veel, maar volgens Marieke zijn ze met dat aantal een klein bedrijf in kippenland. Eigenlijk te klein om rendabel te zijn. Toch brengen de kippen genoeg geld op, omdat hun eieren sinds 2014 in het schap van Jumbo liggen. Die plek hebben ze veroverd met behulp van Ruud Zanders: eigenaar van Het Pluimhuis – en bovendien zelf ook pluimveehouder bij Kipster. Zanders wil met Het Pluimhuis op een duurzame wijze kippen en eieren in de markt zetten, om zo een bijdrage te leveren aan een gezonde pluimveehouderij in Nederland.

Om in het schap van Jumbo te komen, bleek er meer nodig dan alleen een ‘sociaal’ ei. Samen met Het Pluimhuis zochten ze daarom naar anderen waarden om hun ei onderscheidend te maken. Dat begon met de bouw van een eigen inpakstation, waar de hulpboeren de eieren zorgvuldig sorteren en inpakken. Ook besloten ze de leefomstandigheden van de kippen te verbeteren: die kregen meer ruimte met daglicht en een overdekte ruimte langs de stal om onbeperkt te scharrelen in de buitenlucht.

Marieke en Robert wisten hun CO₂-uitstoot fors te verlagen, door een laag energieverbruik. Dankzij al deze inspanningen werden hun zorgeieren door Stichting Milieukeur beloond met het keurmerk ‘Milieukeur’ – de zorgboerderij is daarmee één van de weinige bedrijven in Nederland die eieren met dit keurmerk mogen leveren. Ook ontvingen ze van de Dierenbescherming een ster van het Beter Leven Keurmerk

Hulpboer Sjoerd in het inpakstation op zorgboerderij Wienes in Hegelsom. De eieren worden hier zorgvuldig gesorteerd en ingepakt voor Jumbo.

Met het totaalconcept, een ei met aandacht voor mens, dier én milieu, stapten ze naar Jumbo. Zanders: ‘Het ei bleek onderscheidend genoeg in de ogen van de supermarkt. Bovenal was Jumbo blij om een bijdrage te leveren aan een zinvolle dagbesteding voor mensen met een beperking.’

Groeiende vraag naar streekproducten

Na de grote financiële investeringen, liepen de eerste jaren in het schap van Jumbo anders dan gedacht. Het zorgei met het keurmerk bleek voor de consument niet onderscheidend genoeg. Volgens Marieke lag dat aan het enorme aanbod van eieren in de supermarkt.

Bij een eerste introductie van onze zorgeieren was de consument nog niet bekend met het verhaal achter ons product. Als een consument voor onze eieren koos, was dat waarschijnlijk puur toeval.’

Door die tegenvallende eerste resultaten waren de kosten in de beginperiode hoger dan de opbrengst. Het was moeilijk om de investering die voor het keurmerk was gemaakt terug te verdienen. Daardoor sloeg de twijfel toe. Maar ze stopten niet, omdat de dagbesteding voor de hulpboeren zo waardevol was. Dat doorzettingsvermogen werd beloond. Marieke: ‘Na een tijdje begonnen de verkoopcijfers te stijgen. Die stijging kwam door de groeiende vraag naar streekproducten, de voorkeur voor kleinschaligheid en de behoefte naar maatschappelijk verantwoord ondernemen. Ons verhaal en ons product passen goed bij die behoefte. Dus nu kan het geen toeval meer zijn dat consumenten onze zorgeieren kopen. Dat is een bewuste keuze.’

De werking van een keurmerk

Ondanks een wat moeizame eerste periode, heeft het keurmerk Robert en Marieke veel gebracht. ‘Het kost veel geld om te voldoen aan de eisen van een keurmerk. Niet elke pluimveehouder kan of wil die investering doen. Dat betekent dat de concurrentie nog klein is, en dat maakt ons ei onderscheidend in het schap’, vertelt Robert. 

Het keurmerk leverde ook zekerheid op. ‘Door Milieukeur konden we aan Jumbo bewijzen dat we ons duurzaam positioneren. Daardoor konden we goede afspraken maken over een vaste afzet voor een lange termijn en onderhandelen over een eerlijke prijs.’

Toch denkt Robert dat de consument het product kiest vanwege het sociale aspect van het zorgei. Niet vanwege het keurmerk. Dat bevestigt Annika de Ridder, projectleider Agroketens bij Stichting Milieukeur. De Ridder legt uit dat de vraag naar een keurmerk niet direct van de consument komt, maar vanuit een supermarkt. ‘Een keurmerk is voor een supermarkt een garantie dat hun producenten zich aan eisen houden en weloverwogen met de middelen op hun bedrijf omgaan. Die duurzaamheidsbelofte kan een supermarkt door het keurmerk met zekerheid naar de consument communiceren.’

De kippen op zorgboerderij Wienes kijken nieuwsgierig naar de boer.

De Ridder voegt eraan toe dat het niet betekent dat de consument niet let op duurzame keurmerken en diervriendelijke producten. Maar wel dat andere factoren een grotere rol spelen bij de aankoop. ‘Bij het boodschappen doen let de consument voornamelijk op het merk, de kwaliteit en de prijs. Een keurmerk? Graag, maar de belangrijkste zaak is het niet. Daarnaast bevindt de consument zich in een oerwoud van keurmerken. Er komen er steeds meer bij. Het zijn er al bijna honderd. Dat komt omdat fabrikanten steeds vaker een eigen duurzaamheidslogo op hun producten plaatsen. Daardoor is het voor consumenten vaak onduidelijk welk keurmerk nou de meest duurzame keuze is.’

Van Milieukeur naar On the Way to PlanetProof

Om die keuze makkelijker te maken, heeft Milieu Centraal de keurmerken in 2019 opnieuw beoordeeld. Er is gekeken naar duurzaamheid, transparantie en betrouwbaarheid. Uit die beoordeling kwamen tien topkeurmerken, waar het keurmerk van Stichting Milieukeur er een van was. Niet met de naam ‘Milieukeur’, maar met een nieuwe naam: ‘On the Way to PlanetProof’. Het verschil tussen de keurmerken in de eiersector is dat de klimaatimpact van het veevoer een belangrijkere pijler wordt. 

De omvorming van het keurmerk heeft te maken met de naam die ‘niet meer bij deze tijd past’, legt De Ridder uit.

Milieukeur bestaat al 25 jaar en kreeg een oubollig imago. Bovendien rolt de naam niet echt lekker over de tong in het buitenland. Daarom hebben we besloten het keurmerk een nieuw jasje te geven.

Momenteel is Stichting Milieukeur bezig met de overschakeling naar On the Way to PlanetProof voor de eiersector. Bestaande keurmerkhouders van Milieukeur – zoals Marieke en Robert van zorgboerderij Wienes – schakelen automatisch over op de nieuwe naam. Volgens De Ridder hoeven zij daarvoor niet opnieuw geld te investeren. 

De verpakking van de zorgeieren van Wienes. Nu is het doosje nog voorzien met ‘Milieukeur’ (het logo rechts, met het roze vuistje in het midden). Binnenkort verandert dit logo naar het logo ‘On the Way to PlanetProof’. Bron: Jumbo Supermarkten

Als een boer geen keurmerk heeft

Gelukkig voor Marieke en Robert blijkt dat consumenten steeds meer geld uitgeven aan voedsel dat voorzien is van een keurmerk. Dat onderzocht Wageningen Economic Research in opdracht van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

De grootste procentuele verandering is te zien bij producenten met het keurmerk On the Way to PlanetProof: in 2019 was er een stijging van maar liefst 122 procent, vergeleken met het jaar daarvoor. 

Maar wat betekent dat voor de toekomst van pluimveehouders die niet de financiële middelen hebben om aan de eisen van een keurmerk te voldoen, of waarvan het ei niet onderscheidend genoeg is voor een supermarkt? Zanders: ‘In Nederland is het eieren-aanbod enorm. Als een ei niet onderscheidend genoeg is, is het voor een pluimveehouder lastig om een plek in het schap te krijgen. Of te onderhandelen over een goede prijs. Als een boer niet kan leveren wat een supermarkt vraagt, denkt de supermarkt: voor jou leverancier A, B, C of D. Dat is hard. Maar zo werkt het.’

Wat krijgt een boer voor een doosje eieren?

Het is zonde dat de markt zo werkt, vindt Robert. ‘De consument betaalt genoeg voor een doosje eieren. Maar een pluimveehouder ziet dat niet altijd terug in de prijs die hij ervoor krijgt.’ Robert vertelt hoe prijzen voor een doosje eieren in de pluimveehouderij tot stand komen:

Als je in de supermarkt voor een doosje met tien eieren €2,24 betaalt, gaat er €0,80 naar de boer. Daarvan moet hij alles betalen, zoals het voer, de mest, de elektriciteit, de huisvesting en de arbeid. De overige €1,44 gaat naar de andere schakels in de keten: het transport, het inpakstation en de supermarkt.

En hoe dat bedrag verdeelt wordt, weet een pluimveehouder vaak niet. ‘Zodra de eieren door het transport zijn opgehaald, heeft een boer vaak geen idee hoe het geld verder wordt verdeeld.’  

Hoe het beter kan? Net zoals varkenshouder Annechien ten Have ons vertelde, zouden Robert en Marieke graag zien dat pluimveehouders in de toekomst meer met elkaar gaan samenwerken. Robert: ‘Als sector staan we sterker als we meer zouden samenwerken. Uiteindelijk zouden daardoor meer pluimveehouders een betere en eerlijkere beloning voor hun eieren kunnen krijgen.’

Hoe een klein land groot kan zijn

Voedselproductie, dat is waar ons kleine land groot in is. Toch zullen we nog veel grootser moeten denken voor een duurzame toekomst. 

Wij vertellen over de zoektocht van de sector. Eerlijke verhalen over kleine en grote stappen, en over misstappen. We kijken buiten de grens, in ons land, en bij ons thuis.

Nieuwsbrief
Nieuwsgierig naar een duurzame voedseltoekomst?