De Gezondheidsraad stelde in haar in december 2023 gepubliceerde advies dat een plantaardiger eetpatroon voor de meeste Nederlanders gezonder is. Martine van Haperen – werkzaam bij ProVeg als expert voeding en gezondheid – is een pleitbezorger van een plantaardig dieet. “In mijn ideaalbeeld eet iedereen plantaardig. Maar dat gaat morgen niet gebeuren, en ook niet over tien jaar. Als er nu een tussenstap is waar veel mensen achter willen staan, is dat een enorme kans!”
ProVeg International is een voedselbewustzijnsorganisatie die werkt aan de transformatie van het wereldwijde voedselsysteem. De organisatie leeft voornamelijk van giften van particulieren, aangevuld met bijdragen van fondsen en bedrijven, en voert onafhankelijk onderzoek uit naar de plantaardige markt. “We willen de plantaardige markt in Nederland versterken en de eiwittransitie – het proces waarbij dierlijke producten worden vervangen door plantaardige alternatieven – versnellen”, licht Martine van Haperen het werk van ProVeg toe. Het onderzoek van ProVeg geeft bedrijven inzicht in recente ontwikkelingen en helpt ze om het plantaardige aandeel van hun assortiment te vergroten. “Er is een groep consumenten die heel vocaal hun weerstand tegen de eiwittransitie kenbaar maakt. Maar een stille meerderheid van de Nederlanders is gewoon een voorstander van de eiwittransitie. De positieve stem van die meerderheid klinkt door in ons werk.”
Martine raakte zelf betrokken bij de plantaardige zaak toen ze zo’n 14 jaar terug besloot geen vlees meer te gaan eten. “Tijdens mijn promotieonderzoek in de archeologie maakte ik de keus om geen vlees meer te eten, om uiteindelijk veganist te worden.” In die tijd was dat nog een kleine beweging. Het zette haar er toe aan een website bij te houden met tips en recepten. “Dat was in die tijd een van de eerste Nederlandstalige websites over plantaardig eten.” Van het een kwam het ander. “In het land der blinden is eenoog koning”, verklaart Martine haar switch. Bedrijven die zich wilden mengen in de plantaardig markt, kwamen bij haar uit. Ze werd gevraagd voor workshops en werkte aan productontwikkeling zoals ei-vrij gebak. “Wat begon als hobby, werd al snel een bedrijf. Uiteindelijk heb ik besloten om daar vol voor te gaan, en de archeologie terug te brengen naar de hobby die het was voordat ik die studie ging doen. Plantaardig eten is de tweede hobby waar ik mijn werk van heb gemaakt.”
Duurzaam en gezond
Voor Martine persoonlijk was dierenleed de aanleiding de switch naar een veganistische leefstijl te maken. “Het genot wat ik haal uit een dierlijk product weegt niet op tegen het leed waar een dier moet doorstaan om dat eten te produceren. In mijn werk heb ik het echter zelden over dieren. De groep die de keus maakt om het dierenleed te verminderen, die is vaak al vegetariër of veganist. Dus richten wij ons op flexitariërs. Die hebben andere argumenten nodig.” Ook daar doen ze onderzoek naar, en dan blijkt dat duurzaamheid de voornaamste aanleiding is de switch te maken voor de meeste Nederlanders. “Dit past ook bij de bredere doelstelling van Nederland om stikstof en CO2-uitstoot te verminderen, en de biodiversiteit te bevorderen”.
“Dit past ook bij de bredere doelstelling van Nederland om stikstof en CO2-uitstoot te verminderen, en de biodiversiteit te bevorderen”.
Als bijkomende reden geven respondenten vaak aan dat ze gezonder willen gaan eten. Een (meer) plantaardig dieet wordt dan ook door vele diëtisten aangemoedigd. “De grootste diëtisten organisatie in de wereld – The Academy of Nutrition and Dietetics – zegt in een position paper dat een goed gebalanceerd vegan dieet geschikt is voor elke doelgroep; van oudere mensen, zwangere vrouwen, baby’s tot en met topsporters. Het heeft zelfs gezondheidsvoordelen, zoals een lager risico op diabetes en hart- en vaatziektes.”
Ultra bewerkt
Toch kleeft er ook nog een negatief beeld rondom de plantaardige alternatieven, die de reputatie hebben veel zout te bevatten en sterk bewerkt te zijn. Dat zette ProVeg er toe aan 130 Nederlandse vleesvervangers te vergelijken met overeenkomstige dierlijke vleesproducten uit het Nederlands Voedingsstoffenbestand (NEVO). “We wilden een representatief beeld van de voedingswaarde uit vlees, die de NEVO in principe kant en klaar heeft liggen.” De producten zijn vergeleken zoals ze in de winkel te vinden zijn. Uit haar onderzoek blijkt, dat vleesvervangers gemiddeld net zo zout zijn als vlees, maar minder verzadigd vet bevatten, een vergelijkbaar percentage energie uit eiwit per calorie en meer vezels. “Er zijn een paar uitzonderingen. Zo komt rauwe kipfilet er beter vanaf dan het plantaardig alternatief. Die bevat minder zout en heeft een hoger eiwitpercentage. Daar kun je wel de kanttekening bij zetten dat consumenten kipfilet meestal thuis nog op smaak brengen met een zoute marinade of kruidenmix, terwijl plantaardige kipstukjes al door de fabrikant op smaak zijn gebracht.”
NOVA-classificatie
Het idee dat vleesvervangers bewerkt zijn, is iets wat volgens Martine ‘gedeproblamitiseerd’ moet worden. “Bewerking is niet perse ongezond. Het koken van peulvruchten zorgt er bijvoorbeeld voor dat er gifstoffen worden afgebroken. Dat is ook bewerking.” Als ander voorbeeld neemt ze volkoren- en witbrood. “Volgens de NOVA-classificatie zijn die even bewerkt. Maar in volkorenbrood zitten wel meer vezels en vitamines. Zo zie ik het ook met vleesvervangers. Bewerking is niet erg, maar het gaat om de vraag: wat is de samenstelling en voedingswaarde?” De NOVA-classificatie is dan ook ontwikkeld door een onderzoeker die zag dat het voedingssysteem steeds meer aan het industrialiseren was. “Dat was het concept wat hij in beeld wilde brengen, gezondheid was daarbij ondergeschikt. Daarna hebben allerlei wetenschappers die classificatie genomen om gezondheidsonderzoeken te doen. Je kan je afvragen of het daar echt voor bedoeld – en geschikt – is.”
Net als eerdere voedingsframes zoals light, vetarm en suikervrij, is ook de tegenstelling bewerkt/onbewerkt een te sterke versimpeling met ongewenste bij-effecten.”
Martine vreest dat de focus op onbewerkte voeding consumenten een valse impuls geeft om vooral veel dierlijke producten te blijven eten en plantaardige alternatieven te mijden. “Roomboter, volle melk, eieren en rundergehakt zijn weliswaar minimaal bewerkt, maar zeker niet gezonder dan plantaardige margarine, sojamelk, kikkererwten uit blik en vegagehakt. Net als eerdere voedingsframes zoals light, vetarm en suikervrij, is ook de tegenstelling bewerkt/onbewerkt een te sterke versimpeling met ongewenste bij-effecten.”
De gezonde keus
Er is nog veel winst te behalen om de stille meerderheid van Nederland te begeleiden naar een plantaardiger dieet. “Ook in de communicatie naar het publiek toe kunnen we nog van alles doen. We willen mensen helpen de juiste keuzes te maken. Nutriscore helpt, en er is ook is de ‘Kies ik gezond?’ app van het voedingscentrum. Dan scan je gewoon het etiket, en dan geeft de app aan of het binnen de Schijf van Vijf past. En als dat niet zo is, waarom. Dan kun je op basis daarvan een afweging maken.”
Martine pleit voor een focus op de voedingswaarde en kwaliteit van het voedsel. “We moeten vooral opletten wat we er aan toevoegen. Je kan gewoon op de verpakking zien hoeveel zout er is toegevoegd aan een plantaardig alternatief. Te veel is zeker niet goed, en dat is soms nog wel een probleem.” Daar zet ze tegenover dat het verrijken van ons voedsel juist problemen kan oplossen. “Bepaalde voedingsstoffen, zoals ijzer, calcium en vitamine B12 verdienen extra aandacht in een plantaardig dieet. Dat is op te lossen door die aan meer producten toe te voegen, net zoals we al jarenlang met jodium doen. In het begin van de vorige eeuw was jodiumtekort een groot probleem in Nederland. Toen is besloten om jodium toe te voegen aan tafelzout en bakkerszout voor brood. Dat loste dat probleem op. Hier kunnen we dus ook op anticiperen als het aankomt op plantaardige alternatieven. Zo zorgen we er voor dat wij in ons toekomstig dieet niets tekort komen”
Nederland Voedselland publiceert verhalen over transities binnen het Nederlandse voedselsysteem. Eerlijke verhalen over kleine en grote stappen, en over misstappen. We kijken buiten de grens, in ons land, en bij ons thuis.