Op Nederlandse weilanden vind je niet alleen gras. Steeds vaker staan er ook klavers en kruiden tussen, zoals karwijzaad en cichorei. Boeren gebruiken zelfs een speciale ‘kruidenmix’ om dat voor elkaar te krijgen. Maar waarom eigenlijk? Nederland Voedselland vraagt het aan de rundvee-nutritionist van boerencoöperatie Agrifirm, Leo Tjoonk. Het kruidenrijke grasland blijkt een meesterzet voor zowel het menu van de koe als voor de gezondheid van de bodem.
Overal in het Nederlandse landschap vind je gras. Kijk maar om je heen als je buiten loopt, of ergens uit het raam kijkt. Zelfs op de middenberm van snelwegen groeit gras. Voor de meeste mensen zien al die groene sprieten er hetzelfde uit. Gras is gras. Je ontdekt dat er een hele wereld achter schuilgaat zodra je spreekt met Leo Tjoonk. Hij werkt bij boerencoöperatie Agrifirm als rundvee-nutritionist, maar de titel ‘grasspecialist’ past hem ook. Ons gesprek met hem draait uit op een ware masterclass over gras.
Paradijs voor insecten en weidevogels
Kort na de Tweede Wereldoorlog stonden er meer dan 25 soorten grassen en kruiden in onze weilanden. Dat is een flink contrast met de huidige graslanden, waar je hooguit vijf tot tien soorten vindt. Die vermindering aan variatie heeft te maken met intensivering van het grasland. Hogere bemesting in combinatie met ontwatering en het veelvuldig herinzaaien van graslanden, verlaagden het aantal kruiden. Dat was gunstig voor de grasproductie, maar niet voor insecten en (weide)vogels die afhankelijk zijn van die bloemrijke weiden.
Maar nu verwelkomen boeren de bloemetjes en klavers weer met open armen op hun grasland. Net zoals de veldboon, zijn die kruiden ook bezig met een comeback. Dat komt door de groeiende vraag vanuit zuivelorganisaties zoals Royal A-ware, FrieslandCampina en Cono naar duurzamere melkstromen. En ook maatschappelijk groeit de belangstelling voor kaas en melk die komt van een kruidenrijk grasland. Tjoonk:
‘Maar ook muizen, uilen en de torenvalk waarderen het aantrekkelijke kruidengebied. Het complete plaatje van koeien, kruiden en insecten draagt bij aan de belevingswaarde van het landschap, en dat imago scoort goed bij de consument.’
Dairy Kruidenmix
Maar die kruiden zijn niet alleen nuttig voor grutto’s en het imago van de veehouderij, vertelt de grasspecialist van Agrifirm. De kruiden zijn ook smaakmakers en een gezonde voedselbron voor diegene die er elke dag 75 kilogram van eet: de koe. ‘En koeien houden wel van wat afwisseling in het rantsoen’, zegt Tjoonk.
‘Net zoals wij kruiden toevoegen aan ons eten, doen we dat nu eigenlijk ook bij de maaltijd voor koeien.’ Daarvoor ontwikkelde Agrifirm een speciale Dairy Kruidenmix, met kruiden zoals karwijzaad, cichorei en smalle weegbree. Die zitten vol vitamines, mineralen en spoorelementen.
‘Dat maakt de koe weerbaarder tegen gebreksziekten. Zo helpt cichorei tegen parasieten en stimuleert smalle weegbree de stofwisseling en eiwitbenutting.’
Meer eiwit van eigen bodem
Het binnenkrijgen van genoeg eiwit is belangrijk voor een koe om gezond te blijven en hoogkwalitatieve melk te kunnen leveren. Dat eiwit haalt zij uit gras. Maar afhankelijk van de samenstelling van het basisrantsoen, is die hoeveelheid eiwit uit gras niet altijd voldoende. Daarom krijgt een koe gemiddeld ook nog zo’n vijf kilo krachtvoer op een dag. Met dat voer kunnen boeren precies controleren welke voedingsstoffen hun koeien binnenkrijgen. Het voer bestaat uit tarwe en restproducten uit de humane voedselproductie, zoals sojaschroot. Dat importeren veehouders, uit Noord- en Zuid-Amerika bijvoorbeeld.
Maar om die aankoop hangt een negatief imago. ‘Omdat de teelt soms gepaard gaat met ontbossing.’ En daar wil Nederland vanaf zegt Tjoonk. Om minder afhankelijk te worden van soja-import werkt Agrifirm aan eiwit van eigen bodem. Daar dragen kruidenrijke graslanden aan bij, want vlinderbloemigen zoals klavers zijn rijk aan eiwit.
‘Daardoor kan een koe meer eiwit uit het gras halen en heeft ze minder aanvullend eiwitrijk krachtvoer nodig. Waardoor de noodzaak om eiwitrijke grondstoffen aan te kopen ook minder groot wordt’, zegt Tjoonk. ‘Als boeren zoveel mogelijk blijvend en soortenrijk grasland houden, kunnen boeren tenminste tweederde van het voer voor hun koeien van eigen land en uit de directe omgeving halen. Dat draagt ook nog eens bij aan de circulaire visie van minister Carola Schouten van
Eén sterke sector
De terugkomst van onder andere klavers in het grasland is ook essentieel voor de samenwerking tussen de akkerbouw en veehouderij.
Volgens Tjoonk is gras daarom geschikt als voorvrucht voor de teelt van bijvoorbeeld aardappelen. ‘Akkerbouwers zouden gras kunnen telen voor de veehouder. Ten eerste draagt dat bij aan de eis van de Commissie Grondgebondenheid om minimaal 65 procent van de eiwitbehoefte van eigen land te halen. En ten tweede is het ook aantrekkelijk voor de akkerbouwer zelf.’
‘Gras maakt de bodem gezonder’, zegt Tjoonk. ‘Daarom zou een akkerbouwer prima twee jaar gras kunnen telen voor een veehouder, en daarna daar zijn aardappels telen. Het gras heeft dan een hoog organisch stofgehalte in de bodem gecreëerd, waardoor de akkerbouwer een hogere opbrengst voor zijn aardappelen kan behalen.’ De grasspecialist ziet de samenwerking tussen de twee sectoren al helemaal voor zich.
‘Een sector die kan voldoen aan klimaateisen en waarin iedere boer een eerlijk inkomen krijgt. Daarnaast kunnen akkerbouwers en veehouders samen aan burgers laten zien dat Nederlandse producten een topkwaliteit hebben.’
Waar blijft de grasburger?
Plantaardige burgers gemaakt van soja, bonen en zelfs van zeewier vliegen ons om de oren. Maar een vleesvervangende grasburger ligt nog niet in het schap. Waar blijft die eigenlijk? Tjoonk lacht om die vraag. Hij legt uit dat gras zeer complexe eiwitten bevat. Tjoonk: ‘Bij de grasoogst, wordt het blad in zijn geheel geoogst, en daarin zit een gedeelte dat nog niet is omgezet in eiwit. Een onafgemaakte eiwitvorm als het ware. Dat kan een koe verteren, maar een mens niet.’
Hij vertelt dat er wel een project loopt dat gras geschikt probeert te maken voor humane consumptie. ‘Maar dat project is al meer dan 15 jaar aan de gang. Het laat zien hoe moeilijk het is om gras geschikt te maken als voeding voor mensen’, zegt Tjoonk. ‘Het eiwit uit gras is zo complex en wisselend, waardoor je in een grasburger nooit een echte bite krijgt – iets dat je bij andere plantaardige burgers wel ervaart. Daarom denk ik dat je voorlopig maar één iemand blij maakt met een grasburger: de koe.’
Anniek is sinds 2019 storymaker bij Nederland Voedselland. Ze vertelt verhalen over duurzame ontwikkelingen, en is altijd op zoek naar verrassende inzichten over de productie van ons voedsel.