Nederlandse jongeren denken te weinig aan gezond eten. Dat blijkt wel uit hun groente- en fruitconsumptie: ze halen de aanbevolen dagelijkse hoeveelheden in geen velden of wegen. Met alle gevolgen van dien: ongezond eten kan leiden tot obesitas en diabetes. Er zijn ideeën genoeg om het probleem op te lossen: van lessen op de boerderij tot het aanbieden van gezonde schoollunches. Maar wat werkt echt?
De gemiddelde Nederlandse jongere eet veel te weinig groente en fruit. Jongens tussen de 14 en 18 eten bijvoorbeeld zo’n 100 gram groente per dag, terwijl de norm op 250 gram ligt. Van de dagelijks aanbevolen hoeveelheid fruit van 200 gram, komen ze niet eens aan de 70. Een ongezond voedingspatroon kan op termijn tot ernstige gezondheidsklachten leiden, zoals obesitas en diabetes. Maar liefst 13 procent van de jongeren heeft al te maken met overgewicht. Tijdig het voedingspatroon bijsturen is belangrijk – de vraag is alleen hoe we gezonde voeding voor jongeren regelen.
Monique Vingerhoeds is onderzoeker en projectleider bij Wageningen Food & Biobased Research. Ze onderzoekt, met financiële steun van de topsector Agri &Food, al een aantal jaren hoe de trend kan worden gekeerd: “Kinderen en jongeren denken weinig aan hun gezondheid. Ze zijn meer bezig met alles wat lekker en goedkoop is. Wij onderzoeken hoe de eerste keuze ook een gezonde keuze wordt.”
De vorm van broodjes
Vingerhoeds heeft onder andere onderzocht hoe jongeren voor volkorenbrood kiezen. “In het project Basisvoedingsmiddelen hebben we, samen met het Nederlands Bakkerij Centrum (NBC), FrieslandCampina, Vitalinq en het Universitair Medisch Centrum Groningen, onderzocht hoe we consumenten kunnen verleiden tot de gezonde keuze.” Frank Janssen van projectpartner NBC: “We hebben bijvoorbeeld gekeken of we met de vorm van broodjes het keuzegedrag van schoolkinderen kunnen beïnvloeden. Tijdens het Nationaal Schoolontbijt boden we witte broodjes en volkorenbroodjes aan. De volkorenbroodjes werden opeens een stuk populairder als ze in plaats van een ronde vorm een grappige vorm hadden: er werden maar liefst twee keer zoveel volkorenbroodjes gegeten.”
We hebben gekeken of we met de vorm van broodjes het keuzegedrag van schoolkinderen kunnen beïnvloeden.
Rolmodellen bij het ontbijt
In het project is ook onderzocht hoe je de voedingskundige kwaliteit van het gekozen ontbijt kunt verhogen. De kinderen kregen bijvoorbeeld filmpjes te zien waarin Klaas van Kruistum en Jetske van der Elzen laten zien wat en hoe lekker een gezond ontbijt is. Vingerhoeds: “We waren benieuwd welk effect de inzet van rolmodellen heeft op het ontbijtgedrag. De kwaliteit van het genuttigde ontbijt ging inderdaad wat omhoog, maar toch was dat in dit geval niet het meest effectief. Feitelijke feedback, gekoppeld aan persoonlijke doelen, bleek effectiever te zijn”.
Janssen: “Dat is sowieso een belangrijke conclusie: met educatie kom je voor gezonde voeding voor jongeren het verst. We merken dat ook aan de verkoopcijfers. Sinds wij in de communicatie met consumenten benadrukken dat volkorenbrood de gezondste optie is, zie je een kentering in de verkoopvolumes. Daar waar volkorenbrood vroeger op de vierde plaats stond, staat het nu op de eerste plaats van meestverkocht brood. En het aandeel loopt nog steeds op.”
Op bezoek bij de boer
Dat educatie een effectieve manier kan zijn om het eetgedrag van jongeren te beïnvloeden, vindt ook Mieke Theunissen van LTO Nederland. Theunissen is betrokken bij het programma Jong Leren Eten: “In Jong Leren Eten slaan overheid, onderwijs en maatschappelijke organisaties de handen ineen om kinderen en jongeren te leren om gezonde en duurzame keuzes rondom voeding te maken. Onderdeel daarvan zijn de boederijlessen die Boerderijeducatie Nederland organiseert. Wij zijn daar partner in. Vorig jaar kregen onze boeren maar liefst 65.000 schoolkinderen op bezoek. Op een beeldende en praktische manier krijgen de kinderen inzicht in het reilen en zeilen op een boerderij en leren ze waar ons eten vandaan komt. Ook gaan we met ze aan de slag in de keuken. Hoe verwerk je de producten van de boerderij tot een maaltijd? Hoe ga je verstandig om met zout, suiker en vet? Het zet de kinderen aan tot nadenken. En hun ouders ook, want reken maar dat er aan de eettafel ’s avonds over wordt doorgepraat.”
Reken maar dat er thuis aan de eettafel over wordt doorgepraat.
Een zelfsmeerlunch op school
Met educatie alleen kom je er niet. Het aanbieden van gezonde alternatieven is ook belangrijk. In het project De Gezonde Schoollunch onderzoekt Monique Vingerhoeds met een grote groep bedrijven, branche-organisaties en kennisinstellingen hoe je kinderen gezond kunt laten lunchen op school. “Allereerst hebben we onderzocht wat ouders, leerlingen en leerkrachten willen. Is een lunchbuffet wenselijk? Bieden we een warme lunch aan? Of houden we het bij de zelf-meegebrachte boterhammen? Uit onderzoek blijkt dat het draagvlak voor een zelfsmeerlunch op school bij zowel ouders als kinderen groot was. Vervolgens hebben we gekeken hoe we in die situatie de schoollunch zo goed mogelijk kunnen laten aansluiten op de Schijf van Vijf.”
Op dit moment krijgen de leerlingen van drie basisscholen een half jaar lang een schoollunch aangeboden. Vingerhoeds: “We zijn eind oktober gestart en gaan door tot de meivakantie. Tijdens deze periode evalueren we de schoollunch. Wat vinden de kinderen van de lunch? Gaan ze meer groente eten? Hoe verloopt de logistiek? Het zou natuurlijk fantastisch zijn als kinderen genieten van de lunch én gezonder gaan eten.”
Vingerhoeds denkt dat de gezonde schoollunch een van de strategieën is om gezonde voeding voor jongeren en kinderen te laten eten: “Er zijn heel veel initiatieven en er wordt goed onderzoek gedaan, en toch zien we het voedingspatroon in de praktijk maar heel langzaam veranderen. Het is van belang om de volgende stap te zetten en succesvolle strategieën te bundelen en implementeren. Het gaat langzaam, maar opgeven doen we nooit. Daarvoor staat er veel te veel op het spel.”
Nederland Voedselland publiceert verhalen over transities binnen het Nederlandse voedselsysteem. Eerlijke verhalen over kleine en grote stappen, en over misstappen. We kijken buiten de grens, in ons land, en bij ons thuis.