Wereldwijd hebben 690 miljoen mensen honger. Daar komen dit jaar, door de wereldwijde corona pandemie en klimaatontwikkelingen, naar verwachting nog 130 miljoen mensen bij. 2 miljard mensen werden door natuurrampen getroffen de afgelopen 10 jaar. Het Rode Kruis biedt hulp en dat gaat verder dan voedselpakketten uitdelen.
We weten dat we midden in een mega-transitie zitten: het klimaat verandert en de wereldbevolking groeit. Hoe voeden we iedereen op een duurzame manier? Hoe geven we invulling aan voedselzekerheid voor alle mensen? En hoe kunnen we in de nieuwe context het beste voedselhulp bieden?
Het antwoord van het Rode Kruis luidt:
anticiperen in plaats van reageren.
Daarmee kunnen de meeste levens verbeterd worden. Elke euro die aan hulp besteed wordt voordat een ramp zich voltrekt, is het meest efficiënt.
Jarenlange ervaring op het gebied van voedsel-hulpverlening heeft het Rode Kruis een zestal inzichten opgeleverd, die wij met je delen. Mocht je willen doneren aan het Voedselnood project, dan kan dat hier.
1. Juiste zaden
Het klimaat verandert en daar ondervinden boeren misschien wel de meeste gevolgen van. Als gevolg van plotselinge droogte of overstromingen worden landbouwopbrengsten steeds onzekerder. Sommige traditionele gewassen kunnen zich niet aanpassen aan de veranderende lokale weersomstandigheden.
Welke zaden werken wel onder de nieuwe omstandigheden? Hoe help je boeren en communities om het land vruchtbaarder te maken? Het Rode Kruis deelt in Zuid-Soedan onder andere zaden uit voor pompoenen, want die doen het daar wel goed.
2. Slimme technieken
Naast experimenteren met andere zaden en gewassen, kunnen we nog meer doen. Er zijn technieken die bodemerosie en droogte kunnen tegengaan. Die technieken zijn heus niet altijd high-tech en kunnen van grote waarde zijn voor gemeenschappen die worstelen met klimaatverandering.
Zaï-pits zjin daar een voorbeeld van. Raimond Duijsens, community resilience advisor bij het Rode Kruis, legt uit: ‘Dit zijn kuilen die worden gevuld met bijvoorbeeld bladeren en takken. Na een tijdje doe je daar mest bij en dek je de kuil af met aarde. Als daarna regenwater wordt opgenomen, ontstaat hele vruchtbare grond. Door de kuilen kan de grond minder makkelijk wegspoelen bij overstromingen en wordt het water langer vastgehouden bij droogte.’
3. Betere weersvoorspellingen
Het weerbericht: de meesten van ons doen het met wat onze iPhone of Buienradar zegt. Maar dan hangt er meestal minder van af. Voor boeren zijn zulke weersvoorspellingen essentieel voor de opbrengst van gewassen en het management daarvan.
Duijsens: ‘Er zijn steeds betere voorspellingen beschikbaar waarmee we een paar maanden vooruit kunnen kijken. Boeren kunnen op basis daarvan de zaden planten die het beste passen bij het verwachte weer in het komende seizoen. Maar ook de weersverwachting voor de komende twee weken kan heel belangrijk zijn.’
Als je weet dat er kans is op erg zware regenval, dan kun je beter nog even wachten met zaaien, of juist eerder gaan oogsten.
Bron: Het Nederlandse Rode Kruis
4. Meer biodiversiteit
Monocultuur is op veel plekken nog steeds de gangbare manier van landbouw; een stuk land met één soort gewas werkt efficiënt. Maar op termijn is het schadelijk voor alle aspecten van het ecosysteem. De bodem put uit, dieren en insecten verdwijnen, én gemeenschappen worden extreem kwetsbaar voor rampen.
Duijsens zegt daarover: ‘Stel: alle boeren in een land verbouwen tarwe. Dan heb je een behoorlijk probleem als de oogst van tarwe mislukt door een schimmelplaag. Daarom helpen we mensen om meer verschillende gewassen te verbouwen.’
Als de ene oogst mislukt, is er een kans dat de andere gewassen wél kunnen gedijen bij de weersomstandigheden.
Bron: Het Nederlandse Rode Kruis
5. Diversere inkomensbronnen
Je risico’s minimaliseren en je inkomsten verbreden. Dat klinkt heel mooi, maar is ook makkelijker gezegd dan gedaan. Vele boeren wereldwijd hebben slechts een klein perceel om iets op te verbouwen. De oogst van dat perceel is alles wat ze hebben; of niets als de oogst mislukt.
Daarom helpen we mensen om minder afhankelijk te worden van één inkomstenbron
‘Zo leren we vrouwen in Mali bijvoorbeeld om kaas te maken’, zegt Duijsens. ‘Daardoor blijft melk langer houdbaar in hun eigen voorraadkast, maar kaas kunnen ze ook voor een hoger bedrag verkopen.’
Mudfish – vis die je in weinig water kunt kweken én die een hoge voedingswaarde heeft – werd geïntroduceerd bij boeren in Isiolo (Kenia), die het lastig hadden met de steeds droger wordende bodem waarop zij werken.
Bron: Het Nederlandse Rode Kruis
Maar die introductie was nog niet zo simpel, want ondanks dat de boeren bij een rivier woonden, waren ze niet gewend om vis te eten. Duijsens: ‘Bij deze hulp houden we ook rekening met het culturele aspect. Zo zijn mensen in sommige streken gewend om alleen vlees te eten, en dan is vis best even wennen. Dat is alsof wij in Nederland plotseling insecten krijgen voorgeschoteld. We houden daar rekening mee en geven voorlichting.’
6. Digitale empowerement
Niet in alle gevallen kunnen mensen ‘empowered’ worden om hun voedselsituatie te verbeteren. Soms is er gewoon directe hulp nodig. Dat gebeurt al sinds jaar en dag met voedselpakketten, maar ook daarin zijn innovaties.
Denk aan boodschappenkaarten. Boodschappenkaarten zijn vouchers waarmee mensen in de winkel eten kunnen kopen. Zo kunnen ze zelf kiezen en hun eten afstemmen op bijvoorbeeld voedselallergieën.
In Nederland worden ook digitale kaarten aan mensen in nood gegeven. Hierop staat een vast bedrag en mensen kunnen het gebruiken als een pinpas, om boodschappen te doen in de supermarkt.
De kaarten zijn een goede manier om mensen het gevoel van eigenwaarde te laten behouden
Duijsens zegt tot slot: ‘Als iemand in de knel zit en hulp nodig heeft, kan diegene nog wel naar de supermarkt en zelf zijn boodschappen kiezen, net als ieder ander.’
Note van de redactie: dit is een aangepaste versie van het artikel dat eerder verscheen op de website van Het Rode Kruis.
Nederland Voedselland publiceert verhalen over transities binnen het Nederlandse voedselsysteem. Eerlijke verhalen over kleine en grote stappen, en over misstappen. We kijken buiten de grens, in ons land, en bij ons thuis.