Feiten achter het nieuws: begin deze maand kwam er onderzoek naar buiten over zoetstoffen. In diverse media werd gekopt: “Onderzoekers: ‘Zoetstoffen giftig voor darmen’”. Paul Smeets, senior onderzoeker met een specialisatie in de interactie tussen voeding, de hersenen en eetgedrag las het onderzoek en noemt deze vertaling van de resultaten in de media misleidend. Daarom zijn commentaar op het artikel in AD van 8 oktober 2018 – een nuance op het nieuws.
AD: ‘Onderzoekers: Zoetstoffen giftig voor darmen’
“Zoetstoffen en sportvoeding met kunstmatige zoetstoffen zijn slecht voor je darmen. Dat zeggen onderzoekers van de Israëlische universiteit Ben Gurion en de Nanynang Technological University in Singapore.”
Smeets: “Zoals wel vaker bij korte krantenberichten zijn de kop en inleiding ongepast stellig en misleidend, en geven geen juist beeld van de resultaten van het onderzoek. Er is gekeken naar het effect van zoetstoffen op een soort testpanel van darmbacteriën, buiten het lichaam. Niet naar wat er bij mensen in een echte darm gebeurt.”
In het onderzoek is een in vitro model met darmbacteriën gebruikt; het is daardoor niet duidelijk wat er in vivo in de darm gebeurt
AD: “De wetenschappers keken naar zoetstoffen als aspartaam, saccharine, sucralose, neotaam, advantaam en acesulfaam kalium. Daarnaast onderzochten ze tien voedingssupplementen met zoetstoffen erin. Hun bevindingen publiceerden zij in het vakblad Molecules. Het gaat om voedingsmiddelen die zijn goedgekeurd in de Verenigde Staten en Europa.
Het waren de e.colibacteriën (poepbacteriën) in de darmen die toxisch reageerden als ze werden blootgesteld aan zoetstoffen. Het ging om een concentratie van 1 milligram per milliliter van de zoetstoffen. Omdat de bacteriën waren behandeld, lichtten ze op als ze toxisch reageerden. De onderzoekers maten de lichtsterkte om de mate van giftigheid te bepalen.”
Smeets: “In het onderzoek is een in vitro model (red. in laboratorium setting, buiten het lichaam) met darmbacteriën gebruikt; het is daardoor niet duidelijk wat er in vivo (in het echt) in de darm gebeurt. Dat zal onder meer afhangen van de concentratie zoetstof in de darm. In het gepubliceerde onderzoek kan ik zo 1-2-3 niet zien of de gebruikte concentraties realistisch zijn voor de darm omgeving, dus of het hoeveelheden zijn die de gemiddelde mens op een dag zou binnenkrijgen. Er is dus zeker meer onderzoek nodig om vast te stellen 1) hoe sterk deze effecten in vivo zijn en 2) in hoeverre dat gezondheidsconsequenties heeft.”
Er is veel onderzoek naar de rol van de darmflora in gezondheid, maar echte gezondheidseffecten zijn moeilijk aan te tonen in mensen, zeker lange termijn effecten
AD: “Het onderzoek levert volgens professor Ariel Kushmaro van de Israëlische universiteit weer bewijs dat consumptie van kunstmatige zoetstoffen de darmwerking tegenwerkt. Dit kan volgens de professor zorgen voor veel verschillende soorten gezondheidsproblemen, zegt hij tegen de Times of Israel. Gezonde darmbacteriën zijn in toenemende mate gelinkt aan welzijn en zouden zorgen voor een goede regulatie van de hormonen, een goede opname van voedingsmiddelen en vertering. Ook zouden ze een bijdrage leveren aan een betere werking van het immuunsysteem.”
Smeets: “Er is veel onderzoek naar de rol van de darmflora in gezondheid, maar echte gezondheidseffecten zijn moeilijk aan te tonen in mensen, zeker langetermijneffecten. Als je een antibioticakuur neemt word je ook niet ziek omdat je darmflora aangetast wordt; die komt na de kuur weer terug. In het artikel zijn de onderzoekers voorzichtiger in hun conclusies en houden ze het bij de feiten; voor deze test bacteriën waren deze concentraties van zoetstoffen giftig in een laboratoriumtest. Dat is een bevinding die zeker vervolgonderzoek behoeft maar geen bewijs dat dit in het echt ook zo is en dat het gevolgen voor voor de gezondheid heeft.”
De onderzoekers zijn wel gepast voorzichtig in hun gevolgtrekkingen
AD: “Het Kenniscentrum Zoetstoffen meldt op de site zoetstoffen.nl dat een nieuwe stof alleen mag worden gebruikt voor voeding na uitgebreid onderzoek en dat laagcalorische zoetstoffen tot de meest onderzochte stoffen behoren. Als er nieuwe inzichten zijn, leidt dat soms tot een aanpassing van het advies voor de ‘aanvaardbare dagelijkse inname’ van die stof. Dat gebeurde in 2004 voor de stof cyclamaat. Het Kenniscentrum is een initiatief van de Vereniging Frisdranken, Waters en Sappen en de Vereniging Bakkerij- en Zoetwarenindustrie. Deze partijen willen misverstanden rondom zoetstoffen de wereld uit helpen.
In een reactie op het onderzoek meldt het kenniscentrum nog dat dit soort laboratoriumonderzoek niet per se gelijk getrokken kan worden met onderzoek dat op levende wezens is uitgevoerd. ‘Dit soort studies heeft geen bewijskracht voor effecten bij de mens’, aldus het kenniscentrum. Bovendien: ‘Er is een groot aantal wetenschappelijke onderzoeken – in vivo, zowel bij dieren als bij de mens – , dat bevestigt dat laagcalorische zoetstoffen veilig zijn.’”
Smeets: “De onderzoekers zijn wel gepast voorzichtig in hun gevolgtrekkingen. Zo schrijven ze ‘In this study, we demonstrated the toxicity effect on E. coli in vitro. With this consideration, we may speculate that the response observed in our study may be relevant to gut microbiome and thus may influence human health.’ Met andere woorden, er is een giftig effect aangetoond in de reageerbuissetting. Op basis daarvan kunnen er vermoedens worden uitgesproken dat de resultaten uit het onderzoek mogelijk van invloed kunnen zijn op de darmflora en daardoor mogelijk van invloed kunnen zijn op onze gezondheid. Meer onderzoek is nodig om hier met zekerheid iets over te kunnen zeggen.”
Meer weten over zoetstoffen? Dan vind je deze artikelen vast interessant:
- De basisbeginselen van zoetstoffen
Iedereen lijkt tegenwoordig een mening te hebben over zoetstoffen in ons voedsel. De een vindt het een veilige stof, de ander vertrouwt het niet. Voor een gezond gesprek over zoetstoffen zijn de basisbeginselen essentieel, vindt Kees de Graaf. - De werking van zoetstof op ons brein en ons lichaam
Wat weten we van de invloed die zoetstoffen hebben op ons brein en ons lichaam? We vroegen het aan neurowetenschapper Paul Smeets. - De EFSA, wat doen ze voor ons?
Alle zoetstoffen hebben een E-nummer. Dat betekent dat het door de Europese Commissie is goedgekeurd en verantwoord in gebruik is. De EFSA adviseert de Europese Commissie over of nieuwe en bestaande stoffen een E-nummer mogen hebben. Wat is de EFSA eigenlijk precies en hoe bepalen ze hun advies? - Internetmythes: zoetstoffen zijn onveilig
Op internet en sociale media klinken veel angstscenario’s over zoetstoffen aannemelijk, maar wat leren de feiten ons? Fred Brouns geeft uitsluitsel over theorieën die vaak worden aangehaald in een gesprek over zoetstoffen. - Waarom zit er xylitol in de Peijnenburg Zero?
Hoe maakt de producent zijn keuze voor een zoetstof? Peijnenburg lanceerde onlangs een ontbijtkoek zonder toegevoegde suikers: Peijnenburg Zero. In deze ontbijtkoek zit xylitol in plaats van suiker. Directeur Rene Groen legt uit waarom er voor deze zoetstof is gekozen.
Nederland Voedselland publiceert verhalen over transities binnen het Nederlandse voedselsysteem. Eerlijke verhalen over kleine en grote stappen, en over misstappen. We kijken buiten de grens, in ons land, en bij ons thuis.